Voetbal

Een echte supporter ben ik nooit geweest, maar een voetballiefhebber ben ik dan weer wel. Als puber plakte ik mijn schoolagenda vol met alles wat ik uit de krant kon knippen over mijn cluppie Feyenoord en de overgebleven gaten vulde ik met foto’s uit de Hitkrant. Ik had ruimte zat in mijn schoolagenda, want een vlijtige leerling ben ik nimmer geweest. Ik schreef alleen de data van de proefwerken in mijn agenda, want huiswerk maken heb ik nooit gedaan. Sterker nog die proefwerken hoefde ik er eigenlijk ook niet in te schrijven, want leren deed ik ook niet.

Met mijn cluppie gaat het niet goed, zowel op sportief als financieel gebied gaat het ronduit slecht. Het schijnt zelfs dat de club 20 miljoen Euro schuld heeft. Een aantal Rotterdamse zakenlieden hebben de handen ineen geslagen om de club van het volk te redden van de ondergang. Een van deze zakenlieden, Michael Perridon, kondigde aan dat iedereen bij Feyenoord salaris in moet leveren, dus ook de spelers. Daar kwam behoorlijk veel kritiek op, want als echte voetballer moet je al vanaf je 17de arrogant zijn en een exorbitant hoog salaris vragen. Want als je een klein beetje talent hebt dan word je toch wel weggekocht door een grote club uit het buitenland, bescheiden hoef je dus niet te zijn.

Nu snap ik dat wel hoor. Die voetballers moeten tijdens hun 12 jaar durende carrière al het geld verdienen voor de rest van hun leven. En een beetje voetballer verdiend in 1 jaar meer dan u en ik in 20 jaar. Dus verdienen ze in 12 jaar meer dan ik zou verdienen in pak hem beet 100 jaar. Stiekem ben ik ook gewoon jaloers. Doe mij een half miljoen per jaar en dan wil best nog 12 jaar hard werken, om daarna ook lekker van het verdere leven te kunnen genieten. Maar blijkbaar hebben de spelers van Feyenoord zich toch wel wat van Michael Perridon aangetrokken, want vandaag wonnen ze weer eens een keer en dat van PSV in de eigen kuip.

“De wereld biedt genoeg voor ieders behoefte, maar niet voor ieders hebzucht.” – Mahatma Ghandi

Thanthtitf deel 2

Even een korte update over mijn iPhone (en stiekem om hem ook even te testen). Het blijkt dus dat je contract bij Vodafone niet afloopt als de contract datum verloopt. Wel als je bij Vodafone blijft, maar niet als je naar een andere provider gaat.

Daar kwam ik vandaag namelijk achter. Als je naar een andere provider gaat dan zit je nog 3 maanden aan Vodafone vast voordat ze jouw telefoonnummer vrijgeven. Nu weet ik zeker dat ik hem ga laten unsimlocken, want 3 maanden wachten voordat ik de iPhone kan gebruiken dat vind ik dus echt te lang.

Ondertussen type ik dit blogje vanaf een wordpress app op mijn iPhone en dat is eigenlijk best goed te doen. Verder denk ik er over na of ik de OPTA eens moet bellen. Word vervolgd!

Een roeping

Vandaag keek ik naar “Het mooiste meisje van de klas”. Het fascinerende aan dat programma vind ik altijd dat die mooie meisjes altijd wel een of ander duister geheim met zich meedragen waar hun klasgenoten destijds geen weet van hadden. Alsof het een soort van prijs is die dat meisje moet betalen voor haar schoonheid.

Deze avond was er een vrouw die met haar man naar Spanje trok. Op zich niks vreemds aan, want er zijn legio mensen die naar een ander land emigreren. Maar wat ik van deze twee mensen vooral zo inspirerend vind is dat ze er heen gingen om midden in de natuur te gaan wonen. En tot mijn grote verbazing deden ze daar vrijwilligerswerk. Wat hij daar deed is me eigenlijk ontgaan, maar zij werkte voor een dierenasiel als vrijwilligster.

Ze wist heel nauwkeurig te beschrijven waarom ze die keuze heeft gemaakt en hoeveel voldoening het haar geeft, ze betitelde het als haar roeping. En terwijl op tv te zien was hoe ze daar midden in de natuur leefde en daar een kinderboek schreef werd ik een tikkeltje jaloers. Wat heeft een mens eigenlijk nog meer nodig dan een eenvoudig huis in een mooie omgeving en tevreden zijn met hoe je leeft? Gewoon dat doen waar je je goed bij voelt!

To have and not to have, that is the fact!

Na weken van voorpret kwam hij dan vandaag eindelijk, mijn nieuwe iPhone. De levering was al een paar keer uitgesteld, omdat ik vorige week geen tijd had om hem van de koerier in ontvangst te nemen. Twee dagenlang had ik een seminar en die onderbreken voor een iPhone ging me ietwat te ver. Daarnaast wilden ze op vrijdag geen afspraak maken, omdat ik dan halve dagen werk en ze niet van te voren kunnen bepalen welk dagdeel de koerier langs zou komen.

Vol moed wachtte ik vrijdag op het beslissende telefoontje voor de afspraak op zaterdag. En dat telefoontje kwam aan het einde van de dag, terwijl ik nota bene die middag mijn huidig mobieltje naast me op de massagetafel bij mijn fysiotherapeut had gelegd.

“Ik verwacht een belangrijk telefoontje” – had ik tegen mijn peut gezegd.

Die keek me vreemd aan.

“Ja nog een telefoontje dan is het weekend” – voegde ik er maar aan toe.

De telefoniste van het koeriersbedrijf vertelde mij dat ze die zaterdag vol zaten en terwijl ik protesteerde dat ze mijn afspraak al anderhalve week terug had ontvangen, bleek er geen mogelijkheid te zijn. En dat terwijl ik die vrijdag speciaal voor die koerier een huisnummer op mijn muur had gemonteerd. Je zou toch niet willen dat je je nieuwe gadget niet krijgt, omdat de beste man je huis niet kan vinden.

Goed maandag was voor mij geen optie, dus dan maar vandaag. “Tussen 8:30 en 11:22 komt de koerier bij u langs” was het Sms’je dat ik gisteren ontving. En ik moest lachen om de nauwkeurigheid van die eindtijd.

Goed de beste man kwam, gaf mij het pakketje en ik was er trots op dat ik me kon beheersen. Het enige dat ik deed was controleren of de accu vol was, als dat niet het geval was dan zou ik hem aan de oplader hangen zodat ik deze avond eens lekker kon spelen met de nieuwe gadget.

Tijdens de middag pauze stopte ik mijn huidige SIM-card erin. Speciaal voor de iPhone nam ik afscheid van Vodafone en nam ik een abonnement bij T-Mobile. Hmmmm ongeldige SIM, terwijl mijn collega’s een week voor mij hetzelfde toestel bestelden en die bleek SIM-lock vrij te zijn. En ik had eigenlijk ook wel beter moeten weten, want ik kreeg hem voor niks en die collega’s moesten bijbetalen.

Na een uur aan de telefoon te hangen kreeg ik eindelijk een medewerker van de betreffende webwinkel aan de telefoon. “Mijnheer we mogen geen SIM-lock vrije iPhone’s meer verkopen van Apple”. De rest van het gesprek zal ik u maar besparen.

Nu heb ik dan eindelijk iets wat ik al lang wilde hebben, maar kan ik er compleet niks mee. Het toestel ligt te pronken op de tafel en ik moet een maand wachten alvorens ik hem kan gebruiken. Daar gaat een maand van mijn 12 maanden durende garantie. Daar gaat mijn afspraak met Ex-Collega’s om te gaan Geo-Cachen. Frapant is dat, soms krijg je iets dat je al lang wilt hebben, maar eigenlijk blijkt dan dat je nog niks hebt.

En ondertussen zoek ik maar weer naar handige programma’s die ik straks op mijn iPhone kan installeren. Ik heb al een twitter-client gevonden, een applicatie waarmee ik een blog kan schrijven op mijn iPhone en nog tal van dat soort leuke “nuttige” dingen.

Waar is die passie gebleven?

Die hele griepepidemie leek zich aan mij voor bij te gaan en dat vond ik helemaal niet erg. Maar zo op de grens van winter en lente heb ik daarvoor in plaats een hardnekkige verkoudheid gekregen. Ik vul zakdoeken met een onsmakelijke substantie, waarvan ik u de beschrijving maar zal besparen. Ik hoest de ganse dag mijn longen uit mijn lijf, het is net alsof mijn lichaam de winter uit zich wil hoesten. En eigenlijk ben ik net niet ziek genoeg om me ziek te melden, maar echt fit voel ik me dus ook niet.

Dat is een van de redenen waarom het rond mijn persoontje een beetje stil is de laatste tijd. Daarnaast is het zo’n periode waarin het zowel qua werk als op sociaal gebied een beetje druk is. Deze week mocht ik, voor het eerst in al die jaren dat ik werk, naar een twee daagse cursus. En dat had ik gewoon echt nodig. Niet inhoudelijk, want daarvoor was de eerste dag genoeg, maar ik kreeg weer iets van mijn passie voor mijn werk terug. Dat was ik de laatste tijd een beetje kwijt, het begon plichtmatig te worden. Maar misschien was ik de passie in zijn algemeenheid een beetje kwijt.

Zo bedacht ik me dat ik vroeger altijd wel een doel had om naar toe te leven. Als kind zag ik elke dag mensen naar het station lopen om naar hun werk of school te gaan. Ik bedacht me dat ik dat ook wilde en later ging ik 4 jaar lang met de trein naar de M.T.S. Als ik dan op vrijdagmiddag terug kwam zag ik de studenten met hun weekendtassen vol vuile was terugkomen en ik bedacht me dat ik ook wilde gaan studeren. En zo geschiedde het dat ik ging studeren. Tijdens mijn studie leerde ik een docent kennen die zo gepassioneerd was dat hij bijna alles probeerden om zijn studenten iets te leren. En zo doende werd ik tijdelijk docent op een Hogeschool.

En terwijl ik zo dit blogje type op een regenachtige zondagmorgen vraag ik me zo af wat het volgende is dat ik zou willen gaan doen en er komt gewoon helemaal niks. En dat verontrust me eigenlijk best wel. Vroeger wist ik altijd wat ik wilde gaan doen later en dat weten-wat-je-wil ben ik een beetje kwijt.

(Ondertussen gaf ik het idee van het gezamenlijke schrijverschap wat meer vorm, was ik druk met het afleggen van verjaardagsbezoekjes, kwam ik erachter dat ik het lesgeven soms wel eens mis, denk ik er over na om te gaan schrijven voor een wat grotere blog, en probeerde ik alle ideeën in mijn hoofd wat meer te organiseren)

Kleine klusjes en al wat nog meer blijft liggen

Het is zo’n klein dingetje dat is blijven liggen na de verhuizing en meestal vergeet ik dat het is blijven liggen. Behalve als er dan weer eens visite komt die nog nooit eerder bij mijn “nieuw” huisje op visite zijn geweest. Vanuit het keukenraam zie je ze vanaf links aankomen wandelen. Dan turen ze eerst bij mijn linker buren, lopen dan mijn huis voorbij waar ze toch nog vluchtig een blik opwerpen. Vervolgens lopen ze door naar mijn rechter buren en dan heel even later bellen ze bij mij aan. Ik doe dan net alsof ik niet zag dat ze mijn huis voorbij liepen en de visite doet net alsof er niets aan de hand is. De oplettende lezer vraagt zich waarschijnlijk af wat er aan de hand is en de snellere geesten hebben hem misschien al door.

Naast mijn voordeur ontbreekt namelijk iets. Misschien dat anderen vinden dat er wel meer ontbreekt, maar dit ene is voor mij een gemis, zeg maar een doorn in het oog. Tevergeefs had ik al wat eerdere pogingen ondernomen, maar telkens bleek dat de doe-het-zelver op het dorp ze niet op voorraad had. Terwijl ik zo het vermoeden heb dat ik niet de enige ben die ze zou willen kopen. Gewoon heel simpel een nummer 1 en een nummer 7 en dan het liefst in messing of zwart want al die anderen vallen niet op, op de witte verf die de vorige bewoner op de buitenmuur heeft aangebracht.

Precies u voelt hem aankomen, ik heb geen huisnummer naast mijn voordeur. En hoewel het voor de postbode geen obstakel lijkt te zijn, werd het dan eindelijk tijd om een nieuwe poging te wagen. Ik ging weer naar de doe-het-zelver op het dorp en zocht weer naar die twee nummers, maar wederom zonder resultaat. Ik bedacht me dat ik toch echt niet weer met lege handen naar huis kon toen zei de zeer behulpzame man van de doe-het-zelver: “Ik kan ze voor u bestellen”. Dat was werkelijk een openbaring, want zo had ik er nog niet over nagedacht.

En vrijdag aanstaande is het dan zover, dan zijn mijn nummertjes binnen en kan ik eindelijk die lege plek naast mijn voordeur vullen. Nu nog goed opletten dat ik beide nummers niet verkeerd omhang, dat zou best slordig zijn.

En waar was jij?

Er is geen ontkomen aan, want op elke nieuwssite en op tv wordt er veel over geschreven en gesproken. En ja natuurlijk is dat begrijpelijk al vind ik het soms een beetje een overkill aan informatie. U snapt al ik doel op het neergestorte vliegtuig. En telkens als er een ramp gebeurt, komen de herinneringen aan voorgaande rampen naar boven. Sommige rampen heb je opgeslagen, omdat je ze via de TV hebt gevolgd en andere, omdat je daar meer gevoel bij hebt. Maar van al die rampen schijnt bijna elk mens zich precies te kunnen herinneren waar hij die bewuste dag was en wat hij deed.

Zo weet ik waar ik was toen ik van de bijlmerramp hoorde en zo ook van: de café brand in Volendam, de moord op Pim Fortuyn en de aanslagen op 11 September. In dit rijtje  mist de oplettende luisteraar zaterdag 13 mei 2000, de vuurwerkramp in Enschede. Dat speelde zich namelijk af op nog geen kilometer afstand van mijn toenmalige studentenflat. En waar ik toen was? Ik zat in de trein van Enschede naar mijn ouders. En als ik niet toevallig op teletekst had gekeken om daar te lezen dat er geen treinen reden vanaf station Enschede, dan was ik niet een uur eerder vertrokken en dan had ik volgens mijn oorspronkelijke planning langs die fabriek gelopen op het moment van de ontploffing. Soms heeft een mens dus ook gewoon veel geluk en verder dan dat moet je er ook niet bij stilstaan.

Maar wat ik me dan ook afvraag is, waarom heb ik dat niet met mooie dingen die zich afspelen op het landelijke of wereldlijke vlak. En ik zat al een tijdje te denken welke momenten dat dan zouden kunnen zijn, maar nog steeds komt er geen speciale herinnering naar boven. Het enige dat ik me kan bedenken is, dat die rampen altijd onaangekondigd gebeuren en dat de mooie momenten altijd van te voren aangekondigd worden. Want het hele programma van het EK in 1988 was al ruim van te voren bekend. Het enige dat je niet van te voren kon weten waren de uitslagen van de wedstrijden. Mocht u voorbeelden hebben van die onaangekondigde momenten waar ik nog steeds over nadenken. Ik hoor ze graag.

Headhunters

Gisteren werd ik weer eens benaderd door een headhunter, met de vraag of ik niet voor een bedrijf wilde werken dat bij mij in de buurt zit. De eerste vraag die bij mij dan naar boven komt is altijd waarom ik? Hoe kun je in mij de ideale kandidaat zien terwijl je me niet eens kent. Maar goed dat even terzijde. Heel de wereld maakt zich nu druk om een recessie, iets wat volgens mij gewoon bij de mensen in hun hoofd zit, want het is juist nu dat ik meer aanbiedingen krijg van headhunters dan dat ik ooit kreeg. Ik bedank ze allemaal, ik doe een project voor het grootste incassobureau van Nederland, daar moet je gedurende een recessie al helemaal niet weggaan.

Het mooiste headhunters verhaal wil ik toch wel graag met jullie delen, het is een voorbeeld van hoe sluw ze te werk gaan. Ik werkte nog voor mijn vorige werkgever toen de receptioniste mij belde met de mededeling: “Ik heb mijnheer X (ik weet de naam echt niet meer) voor je aan de telefoon”. Ik kende de betreffende persoon niet, maar nog voor ik dat kenbaar kon maken vervolgde ze haar betoog. “Hij schrijf een artikel over jou in een tijdschrift”, ik was enigszins geïrriteerd, maar toch ook wel gevleid. Welke idioot gaat over mij een artikel schrijven, ik ben op mijn werkgebied namelijk behoorlijk anoniem.

Om een lang verhaal kort te maken, hij vertelde dat hij mij via via kende (via via is toch niet gelijk aan kennen?). En dat hij voor mij de perfecte baan had bij een top 3 ICT bedrijf in Nederland. Ja, maar waarom zou ik daar willen werken? Daarop kon hij mij geen antwoord geven. Sterker nog op geen enkele van mijn vragen had hij een antwoord, ook niet op de vraag hoeveel hij aan mij zou verdienen. Ik denk niet dat er ooit een headhunter zal zijn die mij op een creatievere manier gaat benaderen. Overigens zit ik ook niet op ze te wachten, ik heb het uitstekend naar mijn zin bij mijn huidige werkgever.

Weer een folder blogje? Of toch niet?

Toen ik terug naar huis reed wist ik het zeker. Ik zou in dit blogje mijn ongenoegen uiten over de hele kudde van populistische, tabbloid weblogs die onder aanvoering van Sargasso.nl een initiatief zijn begonnen tegen die onverlaat uit Urk die 6.6 Miljoen folders door het land verspreidt. Ik vind man uit Urk een onverlaat omdat 6.6 Miljoen folders een hele hoop bomen zijn die bij minimaal 5 miljoen huishoudens ongelezen bij het oud papier belanden. Ik heb niets tegen de inhoud van die folder, omdat ik hem gewoon niet lees. En ik hoef hem niet te lezen, want dankzij mijn nee-nee stikker krijg ik hem ook niet.

Wat ik dan tegen die initiatiefnemers heb is eigenlijk het volgende. Alles waar GeenStijl bijstaat roept bij mij gewoon walging op. Ik vind het genre journalistiek dat door GeenStijl wordt bedreven ronduit misselijkmakend en dat baseer ik op een paar enkele bezoeken. Het is de goedkope vorm van tabbloid journalistiek waarbij met regelmaat alle ethiek wordt overschreden. Ik denk niet dat echte journalisten hiermee weg zouden komen als ze dergelijke artikelen in een krant of tijdschrift zouden plaatsen. En onlangs werd mijn mening over GeenStijl versterkt door de actie die ze uithaalden tegen mede wannabe publieke omroep de Televaag. GeenStijl laat de banden van een Televaag vrachtwagen leeglopen en roept zo de sympathie op van vele mensen, terwijl het in mijn ogen gewoon de reinste vandalisme is.

Daarbij komen deze weblogs ook niet in actie als een willekeurige winkelketen een folder verspreid waar men het niet mee eens is, omdat bijvoorbeeld de prijzen van de aanbiedingen te laag zijn, ik snap dit initiatief niet. Wat wil men bereiken? Om eerlijk te zijn lees ik nog liever die ene bewuste folder dan de shockeer en attack artikelen van GeenStijl.

Maar toen ik de reactie van Katyo las toen bedacht ik me:

  • Vanochtend reed ik heel ontspannen en zonder file naar mijn werk.
  • Vandaag heb ik heel gezellig met collega’s gegeten
  • Vandaag heb ik in alle rust wat achterstallig werk weg kunnen werken
  • Vandaag genoot ik van een aantal mooie blogjes van mijn medebloggers
  • Straks ga ik lekker sporten
  • Straks ga ik weer lekker oppassen en dus verder lezen in het boek dat ik nu lees

En met deze 6 heb ik al wat achterstand weggewerkt. Ik zal ze zo op papier zetten en ze dan vannacht onder mijn kussen leggen.

Voetje voor voetje

Afgelopen weekend kwamen mijn ouders logeren. En hoewel dat soms wel even iets inleveren is, ben ik voornamelijk ontzettend blij dat ik die lieve schatten allebei nog heb. Het is voor mij gewoon wennen dat ik 24/7 mensen om me heen heb. Maar dit weekend vloog zo snel voorbij dat het leek alsof ze net aankwamen toen ze al weer afscheid namen, weird.

Zo hebben pa en ik even geinventariseerd wat voor klussen we nog samen moeten doen om het stulpje helemaal om te toveren in een paleis. De achtertuin moet nog opgeknapt worden, de gang en overloop en de studeerkamer. Dat zijn de grote brokken, want er zijn nog tal van kleine klusjes die gedaan worden. Als je alles bij elkaar optelt is het eigenlijk best veel. Maar als je kijkt naar wat we het afgelopen jaar al gedaan hebben, dan valt dat reuze mee.

En zo moet je de dingen ook eigenlijk gewoon bekijken. Al een paar jaar heb ik last van een lichamelijk mankementje, de geest wil soms meer dan mijn lichaam kan. De afgelopen maanden had ik een terugval, zeg maar gerust een grote. Ik ging weer naar een fysiotherapeut en begon ook weer (onder begeleiding) met sporten. En hoewel het soms leek alsof ik niks vooruit ging, als ik nu terug kijk naar wat ik allemaal kan, naar wat ik pakweg een half jaar geleden nog niet kon. Dan heb ik in die paar maanden een behoorlijke sprong gemaakt.

Ik denk dat je in het leven ook vooral niet moet bekijken hoeveel voortgang je van dag tot dag maakt, want eigenlijk is dat veel te frustrerend. Je moet vooral kijken naar wat je wel kan en niet naar wat je niet kan. En als je dan zo af en toe eens stil staat bij de progressie die je over een langere periode maakt, dan merk je altijd dat die vooruitgang best groot is. Ik doe alles stap voor stap, voetje voor voetje.