Leven en laten leven?

Onder het genot van een bak koffie zat ik op mijn terras de laatste bladzijden van “De heks van Portobello” te verorberen. En terwijl ik lezend de hele wereld om me heen vergat, schrok ik op van wat gefladder. Op de rand van de schutting zat een zwarte merel met wat regenwormen in zijn snavel. Nu vermoed ik dat hij ergens in de buurt zijn nest heeft, want even later vloog hij van de schutting naar mijn grasveld, om daar nog wat meer wormen te zoeken.

Ik observeerde de vogel en zag hoe hij naar zwakke plekken in mijn grasveld zocht, die plekjes waar het gras net even wat dunner is. En nadat hij een paar keer met zijn snavel in de grond had gepikt had hij een andere regenworm te pakken. Op zich vond ik het heel knap dat hij gedurende dit alles nog twee andere regenwormen in zijn snavel had. Alsof hij me wilde bedanken voor de worm die hij in mijn tuin had gevonden, vloog hij op en landde weer op de schutting, om daar vervolgens een schitterend liedje voor me te fluiten alvorens hij vertrok.

Op de een of andere manier voelde ik me door het gebeuren, dichter tot de natuur staan dan ik me ooit gevoeld heb. Heel even leek er niks om me heen te bestaan dan de natuur. Ik hoorde nog meer zangvogels om me heen en luisterde naar hun gezang. Ze zingen in een taal die ik heel even leek te begrijpen en alles waar ik me ooit in mijn leven druk om heb gemaakt, gleed van me af. Op dat moment voelde ik meer innerlijk rust dan dat ik ooit heb gevoeld en mijn ontzag voor de natuur was groter dan ooit: ik voelde me een met het hele universum

Nadat ik een tijdje van de rust heb zitten genieten besloot ik dat ik nog wel een klein klusje kon doen. Onlangs heb ik nieuwe tuinverlichting gekocht en ik bedacht me dat ik die nog wel even kon aansluiten. Terwijl ik mijn tuinschuurtje binnenliep, zag ik aan een van de hoeken van het dak een witte bol hangen. Mijn nieuwsgierigheid was gewekt en ik ging op onderzoek uit. Nog voor ik de witte bol had genaderd hoorde ik een akelig gezoem en zag ik hoe een aantal wespen uit die witte bol kwamen. Het drong al gauw tot me door dat ze er bezig waren om er hun nest te bouwen.

De verbondenheid met de natuur in zijn algemeenheid, was plotseling verdwenen. Ik herinnerde me hoe ik een aantal wespen, vorig jaar, hun gang had laten gaan onder het afdak bij mijn voordeur. Op den duur kon ik mijn huis bijna niet meer in, omdat het een continu komen en gaan was van wespen. Bij de lokale bouwmarkt heb ik toen wat verdelgingsmiddel gekocht en ik maakte tijdens het verdelgen één domme fout. Het was hartje zomer en ondanks de hitte had ik me goed aangekleed om me te beschermen tegen eventuele wespensteken. Het enige dat minder goed beschermd was waren mijn voeten, ik had bruine sokken en open slippers aan. En terwijl ik bezig was met het leeg spuiten van de bus met verdelgingsmiddel, werd ik door één van die wespen gestoken in mijn grote teen. Van de steek heb ik enkele weken last gehad, en in mijn sokkenlade herinnert een rode plek op één van de bruine sokken mij er aan hoe sterk het zuur is dat die wespen in je spuiten als ze je bijten.

Nu moet ik de komende tijd nog regelmatig in mijn tuinschuur zijn en zit ik niet te wachten op een wespennest. Ik riep een buurman erbij, hij is een echte klusser en weet voor een hele boel probleempjes wel een oplossing. Maar ook dat had hij nog nooit voor handen gehad. Voorzichtig tikte hij tegen de witte bol en we sprongen beide naar buiten toen er twee wespen uit kwamen. Nadat ik me ervan verzekerd had dat er geen wespen meer in die witte bol zaten, stak ik met een spade de witte bol van het plafond.

De buurman en ik gingen samen verder op onderzoek en zagen hoe een aantal wespen het hout van de schutting afschraapten. Ik trok mijn slipper uit, diezelfde die ik vorig jaar aanhad, en sloeg drie van die wespen dood. Één van de drie was velen malen groter dan de anderen, en ik vermoed dat het de koningin was (of is dat alleen bij bijen zo?). De komende tijd hoop ik nog veel van de natuur te genieten, zolang die natuur zich maar niet binnenshuis of in mijn tuinschuur bevindt.

Soms..

Zijn er dingen waarover je eigenlijk een blog zou willen schrijven, maar wat je ervan weerhoudt is dat je niet weet wie het precies allemaal lezen. Zou zo ik kunnen klagen over die ene collega die er net wat andere levensopvattingen op nahoudt dan de levensopvattingen die ik heb. Dingen van vrienden die je storen, maar dat doe ik dan niet.

Niet dat er zoiets speelt. Nee het is iets anders. Er zijn mensen die ik zoveel vertrouw, dat ik ze soms de rug toekeer en die van de gelegenheid gebruik maken om er een mes in te steken. Mensen, waarvan ik dacht dat we een band opgebouwd hadden, maar die het nodig vinden om achter mijn rug om over mij te  roddelen. Iets waar ik niks mee kan, maar ze hebben nu eenmaal niet het fatsoen om me het recht in mijn gezicht te zeggen.

En er valt ook niks te zeggen, want er is geen gegronde reden. Het enige dat speelt is dat ze hun eigen tekortkomingen willen maskeren en zodoende mij als offerlam naar voren willen brengen. Ik weet niet wat ik erger vind, dat ze het achter mij rug om doen, of dat ze niet het lef hebben om te zeggen wat er is dat zij vinden dat ik verkeerd doe. Ik denk dat het geen mij het meest irriteert is, dat ze als ik ze spreek gewoon poeslief doen, alsof er compleet niks aan de hand is. Ze acteren als ik met ze praat, ze spelen de rol van een goede vriend, maar in werkelijkheid doen ze er alles aan om mij de schuld van alles te geven. Ik ben een pion geworden in een schaakspel, waaraan ik nimmer deel heb willen nemen. Ik vind schaken eigenlijk niet eens leuk.

Ik begrijp best dat u, als lezer, niet begrijpt waar het over gaat, maar ik heb mijn hart even kunnen luchten. Misschien lucht het wat op, ik hoop het, want het is iets dat al een tijdje aan mij vreet. En om eerlijk te zijn, het gevoel zuigt.

Het voorjaar heeft ook wel wat kleine nadelen

Een jaar geleden merkte ik voor het eerst dat er toch ook wel wat kleine nadelen aan het voorjaar kleven. Toen het voorjaar vorig jaar begon, was ik weken achtereen verkouden en had ik last van waterige ogen. Inmiddels heb ik al geleerd dat ik niet in mijn ogen moet wrijven als ze waterig zijn en jeuken, dat maakt het alleen maar erger, want dat krijg ik het gevoel alsof ze in brand staan.

Een collega had toen al eens de suggestie geopperd dat ik last kon hebben van een bepaalde allergische aandoening, maar dat wilde ik niet geloven. Ik had er immers nog nooit last van gehad. Vorige week begon het weer. Eerst begonnen mijn ogen te jeuken en daarna kreeg ik last van een loopneus, al heb ik nooit begrepen wie de term loopneus heeft bedacht, maar dat terzijde.

Nu woon ik pas sinds een jaar in deze bosrijke omgeving. De 13 jaar ervoor woonde ik in een stad en alle jaren daarvoor in Zeeland. En toen ik me dat bedacht was het opeens best logisch dat het zich nooit eerder gemanifesteerd heeft: Ik heb hooikoorts. De komende tijd zal het snotteren nog wel wat blijven, maar tegen de jeukerige ogen heb ik inmiddels een prima middeltje gevonden.

Het gaat te veel om de buitenkant

Terwijl ik gisteren wat langs de kanalen op mijn tv zapte, zag ik een praatprogramma van de EO. Normaal gesproken mijd ik de EO, maar het idee achter dit programma klopt gewoon. Vier jongeren, die allen een verschillende of helemaal geen religie aanhangen, krijgen een stelling voorgeschoteld en moeten aangeven of ze het met een bepaalde stelling, al of niet eens zijn. Vervolgens mogen ze dan een paar minuten discussiëren over waarom ze voor of tegen de stelling zijn. En dit alles, natuurlijk in een braaf evangelisch jasje. Gewoon nette discussies zonder elkaar te veroordelen of scheldwoorden te gebruiken.

Ik moest opeens aan die jonge dame denken, wiens geur nog steeds in mijn tuin hangt. Op de avond voor ze zo over mijn schutting hing, kwam ik rond een uur of 10 thuis toen ze buiten sigaretten stond weg te werken. Nu heb ik ziels veel respect voor de manier waarop zij haar geloof belijdt, niet in de laatste plaats, omdat de vrouw in zijn algemeenheid door haar geloof erg onderdrukt wordt. Ik vertelde haar een verhaal dat ik van mijn buurman gehoord heb. Afgelopen winter zou een klas, van de lagere school waar zijn kinderen opzitten, gaan schaatsen op een ijsbaan. Alleen is dat uitstapje op het laatst afgelast, omdat één van de meisjes een lange broek had mee genomen. Gelukkig is mijn buurman iets minder conservatief en ook hij vond het belachelijk dat die meisjes, midden in de winter, op de koude ijsbaan perse een rok aanmoesten.

De jonge dame in kwestie was het helemaal met mij eens en zei: “Ik zeg het heel vaak, het gaat ze te veel om de buitenkant”. Nu drong het geen ze precies bedoelde niet helemaal tot me door, maar ze vervolgde haar betoog. “Eigenlijk mogen we ook geen make-up op, maar dat doe ik gewoon. Ik vind dat ze te veel naar onze buitenkant kijken. We mogen geen make-up en moeten een rok dragen, maar wat zegt dat over wie we zijn of over hoe we van binnen ons geloof belijden”. Ik moet heel eerlijk bekennen, dat ik dat een perfecte gedachte vind, ik had er zelf nog nooit op die manier over nagedacht.

Ik moest aan dit gesprek denken, toen ik het EO programma gisteravond zag. Een van de vier jongeren was een jonge moslima die een hoofddoek droeg. Iets wat ik afkeur, omdat ik het het ultieme symbool van vrouwenonderdrukking vind. Alle moslimmannen moeten zich nu eens afvragen of die buitenkant van de moslima’s nu werkelijk het belangrijkste is. En terwijl ik dit zo type, moet ik me afvragen of het me nu werkelijk stoort dat een vrouw een hoofddoek draagt, want gaat het nu eigenlijk om die uiterlijke vertoning?

Mieren

Op de ochtend van eerste paasdag zat ik lekker koffie te drinken op mijn terras. En hoewel de zon niet zo overheersend was als de dagen ervoor, was het buiten toch aangenaam vertoeven. Het was droog en ook de temperatuur liep al gauw naar de 20 graden en is daar de rest van de middag niet meer onder gekomen.Ik had me al gedoucht en had onder het afdrogen gezien dat ik mijn teennagels, wel weer eens mocht knippen en dat deed ik op mijn terras. En terwijl ik daar nog even bleef zitten met mijn bakje koffie, was ik getuige van iets wonderbaarlijks.

Op één van de grindtegels zag ik een afgeknipt, stukje nagel bewegen. En toen ik dat eens wat beter onderzocht, zag ik dat een kleine mier die nagel aan het verslepen was. Het stukje nagel was minsten twee keer zo groot dan de kleine mier zelf. Maar onverstoord balanceerde de mier de nagel, als een majorette die haar baton op het puntje van haar wijsvinger in evenwicht probeert te houden. De mier had een engelengeduld, want hoewel het heel lang duurde voor de mier één hele tegel had overgestoken, ging de mier onvermoeibaar verder.

Ik zag nog meer mieren die met kleinere stukjes nagel aan de haal gingen en vroeg me af waarom ze elkaar niet even hielpen, maar daar had ik niet zo snel een antwoord op. Ook kon ik geen antwoord bedenken op de vraag, wat ze nu eigenlijk met mijn stukjes nagels wilde gaan doen. Maar al die vragen waren ook helemaal niet belangrijk. Mijn respect voor de mier in zijn algemeenheid groeide met de minuut en ik besloot dat dit jaar het antimieren poeder in de kast blijft. Laat de harde werkers maar gewoon hun nest bouwen onder mijn terras.

Voorjaar, die winter laten we achter ons

Vandaag ben ik lekker met twee buurmannen aan het shoppen geslagen. En waar wil je als man dan graag heen? Er zijn eigenlijk twee opties, je kunt naar de mediamarkt of naar een bouwmarkt. Nu de temperaturen weer lekker aangenaam zijn, heb je meer behoefte aan klus materiaal dan aan elektronica, dus met zijn drieën gingen we deze middag op pad naar de Gamma.

Daar deed ik wat inkopen voor het klussen in de tuin. Ik was de tuinverlichting beu, dus kocht ik nieuwe. Ik zag een accu-boormachine en ook die aanbieding kon ik niet laten liggen. Daarnaast sloeg ik wat tuinhout in zodat ik dit weekend weer lekker mijn verzameling gereedschap kan testen. Het voordeel van winkelen met mannen, is dat ieder zijn eigen weg gaat. Als je het beu bent zoek je elkaar weer op en dan kan je gewoon weer naar huis.

Op de terugweg naar huis, besloten we dat het tijd was om de barbecue weer uit onze schuren te halen. We reden direct van de Gamma naar de buurtsuper en sloegen daar de benodigdheden in. Helaas was de supermarkt niet helemaal voorbereid op het mooie weer waar we nu zo van mogen genieten, de standaard barbecue pakketten liggen nog niet in de schappen. Dus moesten we moesten wat improviseren.

En op de avond van 10 april, gaven wij de vrouwen en kinderen het mooiste cadeau van het jaar (tot nu toe). Geheel onverwachts voor alles en iedereen, hebben we op 10 april de eerst barbecue gehouden van dit jaar. En terwijl ik dit blogje, vanaf mijn eigen terras type, ben ik gewoon heel blij. Ik ben blij dat de winter nu definitief voorbij is. Ik ben blij dat ik buren heb waarmee ik gezellig een barbecue kan houden. Buren van wie ik weet dat ze altijd voor mij klaar staan. Iets wat van zelfsprekend zou moeten zij, maar wat helaas niet overal in Nederland zo is.

Scent of a woman

Het mooie aan ons kikkerlandje is dat het de ene dag zomer kan zijn en de dag erna een bewolkte najaarsdag. En dat terwijl allebei die dagen toch gewoon in de lente zijn. Ik ben de lente eigenlijk best dankbaar dat ze me die bewolkte dag gaf. Ik weet het dat het een egoïstische gedachte is, maar op het programma stond een dag tuinieren gepland en als het dan 23 graden zou zijn geweest, dan denk ik dat het zweet uit elke porie zou hebben gestroomd.

In de vroegte van de zaterdagmorgen stak ik de spa voor het eerst in de grond. En terwijl ik lekker ontspannen bezig was rook ik een onbekende geur. Het was lastig om die geur te plaatsen en ook de herkomst kon ik niet zo heel gauw traceren. Het had iets zoetigs, niet kauwgomballen zoet, maar gewoon zoet. Maar ik meende er ook de geur in te herkennen van een mij onbekende bloem. Omdat ik in de gauwigheid niet kon ontdekken waar die geur vandaan kwam, ging ik weer verder aan het werk.

Tegen het middaguur was ik lekker opgeschoten met mijn werkzaamheden en ik begon stilaan honger te krijgen. “Zo, je bent hard aan het werk”, klonk een vrouwenstem vanaf de andere kant van de schutting. Nog voor ik kon kijken wie dit tegen mij zei, drong diezelfde zoetige geur mijn neusgaten binnen. Het was de geur van haar parfum, de geur van een parfum die ik aan het begin van de morgen ook al had geroken.

Dit weekend waren mijn buren een weekendje weg. De jongste zus van de buurvrouw paste op het huis en de kinderen. En terwijl ik die mooie, jonge, vrijgezelle vrouw over de schutting zag staan leunen, besefte ik het. Ik besefte dat de schutting symboliek stond voor de onmogelijkheid van een liefde tussen haar en mij. Hoewel alle christelijke stromingen uit dezelfde oorsprong komen, verbiedt haar kerk de omgang met andere stromingen. Laat staan met mensen die er hun eigen geloof op na houden.

Epiphony – Schooltijd (3)

De MTS heb ik anders beleefd dan de middelbare school. Natuurlijk heb ik er nog wel herinneringen aan, maar wat me het meeste is bijgebleven is dat het eerste lesuur altijd om 08:00 uur begon. Dat betekende dat ik om 07:00 uur al in de trein moest zitten en dat doet voor een avondmens altijd pijn. Daarnaast herinner ik me een gênante anekdote over een groen overhemd die ik voor het eerst aan had. Het was tijdens Duits, wat nimmer mijn favoriete vak was. Ik zat achter in de klas en viel, leunend met mijn hoofd op mijn armen, half in slaap. Toen mijn naam geroepen werd schrok ik half op. Het feit dat ik bijna in slaap was gevallen was door de betreffende leraar niet onopgemerkt gebleven. Niet veel later vroeg de een na de ander of ik me wel goed voelde, want ik zag er slecht uit. Ik excuseerde me en vroeg of ik naar het toilet mocht, daar aangekomen zag ik dat mijn gezicht donker groen gekleurd was.

Het nieuwe donker groene overhemd had kleur afgegeven toen ik er met mijn hoofd op leunde. Dat buitenkansje liet ik niet liggen, ik had een excuses om ziek naar huis te gaan en ik bedacht me geen twee keer. Het vierde en laatste jaar was zeer bewogen, tijdens de tentamens overleed mijn opa (die vroeger bevriend was met de conrector Dhr van Osta) en zo vlak voor mijn examens stond ik er niet goed voor. Op mijn eindlijst stonden een paar zessen en 1 vijf. Later bleek dat mijn natuurkunde leraar me gematst had. Ik kwam uit op een 5,4 voor Natuurkunde en hij heeft mijn examen zo nagekeken dat ik uitkwam op een 5,5 voor natuurkunde De tweede corrector is hier niet overgevallen en met veel geluk, en nog steeds zonder inzet, behaalde ik mijn diploma.

Ik ging naar de Hogeschool Enschede en de eerste 3 jaar was ik alleen maar bezig met de studievereniging. Daarna was ik het beu om altijd krap bij kas te zitten en in letterlijk twee jaar behaalde ik bijna alle studiepunten die normaal in 4 jaar zitten. Op het einde had ik er zelfs 13 te veel. En terwijl ik zo deze schooltijd-serie type herinnerde ik mij dat ik ooit 1 keer geleerd had op de lagere school. Het resultaat was een 10 voor aardrijkskunde.

Ik heb twee neven en beide zijn bijzonder slim. De jongste is zelfs zo slim dat hij qua intelligentie twee klassen over mag slaan. Maar hij is iet wat aan de kleine kant en daardoor wil de school hem maar 1 klas laten overslaan. Toen hij 5 jaar oud was heeft hij mij eens opgebeld, later hoorde ik dat hij mij zelf in de telefoonklapper heeft opgezocht en zonder dat zijn ouders het wisten heeft hij mij gebeld. Niet veel later ontving ik van hem een e-mailtje en dat terwijl hij nog op de kleuterschool zat. Ik ben echt blij dat ze op school hebben ontdekt dat als hij op normaal tempo door de lagere school heen loopt, hij zich dan ook sierlijk verveeld. Ik ben blij voor hem dat hij zich niet jarenlang moet dood vervelen op school, maar dat ze ontdekt hebben dat hij ver voor loopt op zijn leeftijdsgenoten.

Maar wat mij dan ook bezig houd is, wat als ze in al die jaren dat ik op de lagere school zat hadden ontdekt dat ik wat meer in mijn mars had. Dat ik gewoon niks deed, omdat ik het allemaal te simpel vond. Dat ik veel meer in mijn mars had dan LBO niveau B misschien zelfs niveau C. Welke keuzes zou ik dan in het leven gemaakt hebben? Zou ik dan ook een vervelende leerling op de middelbare school zijn geweest? Zou ik dan ook informatie analist geworden zijn? Misschien was ik dan wel chirurg geworden, of een ander academisch beroep. Maar zou ik dan inweze ook een heel ander mens zijn geweest? Of zou ik dan gewoon dezelfde Theo zijn geweest, met dat verschil dat die Theo niet altijd met een omweg bij zijn doel komt. Veel vragen waarop ik het antwoord nooit zal weten.

Rebel without a cause – Schooltijd (2)

Eigenlijk verveelde ik me gewoon sierlijk op de middelbare school. Ik was tijdens de lessen met van alles bezig behalve met school. Ik maakte tekeningen, schreef stukjes in agenda’s van meisjes waar ik een oogje op had, schreef teksten voor liedjes die ik nooit uitbracht en trapte vooral tegen het hele schoolsysteem.

Nu had ik ook wel mazzel. De tweede keer 3 MAVO had ik een conrector , Dhr van Osta, die vroeger bevriend was geweest met mijn opa. Als ik me weer eens bij hem moest melden dan vond er altijd het volgende plaats. Hij hoorde mijn achternaam en je zag hem diep terugzakken naar een grijs verleden. Nu heb ik een niet veel voorkomende achternaam en zijn vraag was altijd: “Ben je familie van?” Uiteraard dat was mijn opa. “Ik was vroeger bevriend met je opa”. En dan zag je hoe hij in gedachte nog verder afgleed naar het verleden. “Als je belooft dat je het niet meer doet, dan mag je voor deze keer gaan”. En zo kwam ik dat jaar met nagenoeg alles weg. Dat ik eigenlijk al jaren geen contact meer met mijn opa had heb ik de beste man nooit durven te vertellen.

Uiteindelijk heb ik mijn MAVO diploma gehaald zonder er al te veel voor te hoeven doen. Op de cijferlijst van mijn diploma stonden twee 8-en, drie 7-ens en een zes en dat alles op D-niveau. En dat terwijl mijn leraren op de lagere school altijd zeiden: “Die Theo, L.B.O. niveau B hooguit niveau C”. Achteraf baal ik er nog wel eens van dat ik niet iets meer mijn best heb gedaan. Dan was dat zesje (nu afgerond een 6,4) ook een 7 geweest.

Na de MAVO ging ik naar de MTS. De eerste kennismaking met mijn klassenleraar zal ik nooit vergeten, zijn naam ben ik overigens wel vergeten. Ik kwam na een treinreis van een half uur aan in Vlissingen. Ik zocht mijn nieuwe klasgenoten op en zag alleen maar onbekende gezichten, maar dat is ook niet zo verwonderlijk als je naar een nieuwe school gaat. Mijn klassenleraar kwam naar mij toe en zei: “Theo hier op school ga je je wel gedragen!”. Dat is me lang bijgebleven en ik geloof niet dat ik ooit nog kattekwaad heb uitgehaald, tenminste op school dan. Maar of dat nu aan zijn opmerking lag of aan het feit dat ik dingen leerde die ik leuk vond zou ik niet kunnen zeggen.

Dhr de Koning – Schooltijd (1)

En terwijl ik gisteren blogde over plaatjes van voetballers die ik in mijn agenda plakte en over hoe makkelijk ik door de leerjaren heen wandelde, dacht ik even terug aan die mooie oude tijd. Ik was niet vlijtig, zeg maar gerust lui. Huiswerk heb ik op een paar uitzonderingen na nooit gemaakt. Leren dat gaf ik al snel op nadat ik na 1 uur leren nog maar een 9,5 haalde voor een schriftelijke overhoring voor Frans.

Ik moest toen ook denken aan Dhr de Koning, mijn conrector. Ik zat voor het eerst in 3 MAVO en wist op voorhand al dat ik er geen zin in had, ik besloot een sabbatical te nemen. Ik kwam na het ophalen van de boeken en het lesrooster thuis, om daar samen met mijn moeder de boeken te kaften. Een bezigheid die we altijd samen deden. Ik opende een van de boeken en zei tegen mijn moeder. “Mam dat ziet er moeilijk uit, ik denk dat ik dit jaar blijf zitten”

Nu deed ik daar ook erg mijn best voor en op den duur werd ik op het matje geroepen bij Dhr de Koning, ik was daar al eens vaker geweest. Hij vond dat mijn cijfers erg tegenvielen en vond dat ik elke middag, na de lessen, bij hem in zijn werkkamer mijn huiswerk moest maken. Ik denk dat hij het goed bedoelde, maar eigenlijk vond ik dat ik die keuze zelf had.

Ik kwam daar de eerste middag en na 5 minuten vertrok hij, hij had een vergadering of moest zelf nog lesgeven. Een dag later kwam ik weer op de afgesproken tijd en Dhr de Koning was er helemaal niet. Het was een mooie zonnige dag en ik besloot dat hij de pot op kon. Waarom zou ik bij hem huiswerk gaan maken als hij er toch niet was?

Ik weet eigenlijk niet eens of mijn ouders wisten dat ik bij Dhr de Koning mijn huiswerk moest maken, maar ik vermoed van wel. Want ik wilde niet direct naar huis, omdat ik dan te vroeg thuis zou zijn. Om de tijd wat te doden besloot ik dat ik naar de winkels in de stad wilde. En toen ik daar zo zielsalleen in de stad liep kwam ik daar Dhr de Koning tegen. Het enige dat hij deed was mij een knik geven en ik heb er nooit meer iets van gehoord. Die huiswerksessies op zijn werkkamer heb ik ook nooit meer bezocht en ook daar hoorde ik niks meer over.

Dat jaar was voor mijn ouders een zeer bedroevend jaar. Ik bleef inderdaad zitten en mijn broer haalde voor de tweede keer 4 HAVO niet en moest van school af. Nu is het met ons beide wel goed gekomen, maar voor mijn ouders was dat echt geen pretje.