Begin januari hadden we de jaarlijkse veroordelingsgesprekken weer, je kent ze vast wel. Het is een lateraal gesprek, want je krijgt te horen wat je goed doet en wat je minder goed doet. Dat eerste is te weinig en te laat, want wat vaker een schouderklopje krijgen is ook wel eens prettig. En dat laatste daar kan ik gewoon helemaal niks mee. Als je mij vertelt dat ik een half jaar geleden of een jaar geleden iets niet goed deed dan is dat te laat. Zeg het me gewoon direct nadat je het constateert. En het meest ergerlijke vind ik dat je je manager of je projectleider nooit terug mag beoordelen.
Maar goed. Jaarlijks terugkerend item is dat ik mensen niet het gevoel geeft dat ik luister en dat klopt. Ik sluit me er bewust voor af, want als ik dat niet doe dan word ik daar soms gek van. Het openbaar vervoer ontwijk ik bijvoorbeeld ook. En waarom? Ik ben blijkbaar benaderbaar, dat bedacht ik me onlangs. Het overkomt mij namelijk erg vaak, dat als ik ergens sta te wachten bij een bushalte of in de supermarkt. Een volslagen onbekende spreekt mij dan aan en vertelt tussen neus en lippen door zijn of haar levensverhaal. En om eerlijk te zijn zit ik daar niet altijd op te wachten, want soms heb ik genoeg aan mijn eigen sores.
Zo is het me al eens overkomen, dat een vrouw van rond de 65 naast me stond bij een bushalte. Ik was aan de vroege kant, of aan de late want misschien had ik de vorige gemist. En ze vertelde mij dat haar man pas overleden was en dat ze nu geen rekeningen kon betalen, omdat de bankrekeningen waren geblokkeerd. Haar familie liet haar in de steek want die aasden op de erfenis die haar man achter had gelaten.
Een andere keer zat ik in de trein en tegenover me zat een meisje. Ik denk dat zij destijds mijn leeftijd had, dus laten we zeggen 21 jaar. Ik had haar nog nooit gesproken en twee minuten nadat ze me aansprak, vertelde ze mij dat ze vroeger misbruikt is. En ik leefde echt met haar mee, maar wat kan ik met die informatie? Ze liet me verbouwereerd achter toen zij bij het volgend station uit de trein stapte. Sindsdien heb ik altijd oordopjes in als ik in de bus of trein zit, en meestal staat mijn i-pod dan niet eens aan.
Goed nu met al dat positivisme en dat ambassadeurschap, heb ik maar eens besloten dat ik me er maar niet langer voor af moet sluiten. Misschien is het wel een van mijn doelen in het leven. Misschien moet ik openstaan voor anderen zodat ze hun verhaal kwijt kunnen en dat dat dan misschien wel een stukje van hun herstelproces is. Zoals Raaphorts zo mooi zei. Het gaat niet om het doel, maar om het pad er naar toe. Ik stap symbolisch weer op de trein en vervolg mijn reis.
Zo rond de jaarwisseling was het extreem koud geworden, zelfs voor de tijd van het jaar, zo koud was het in eeuwen al niet meer geweest. Nadat het koude front het land had bereikt kwamen de sneeuwstormen die een witte deken over het landschap legden. De kou en de sneeuwstormen hadden het openbare leven totaal ontwricht.
Van vrienden S. en M. leerde ik dat je niet al je oliebollen met oudjaar al op moet maken. Je moet er een paar invriezen die je dan bewaart voor speciale gelegenheden. Want het is vaker per jaar oudjaar. Zoals het voor mij vanavond ook weer een oudjaar is. En hoewel ik er zelf helemaal niks mee heb, is het morgen toch weer nieuwjaar. En schudden de mensen mij weer de hand en feliciteren ze mij.