Het lijkt wel of de mensen massaal hun kinderwens in vervulling proberen te brengen als de zomer ten einde loop. Hiermee doel ik op de vele verjaardagen die ik altijd in juni en juli heb. Tel daar nog werk en wat andere sociale bezigheden bij op en u krijgt een goed beeld van hoe mijn agenda er dezer dagen uit ziet. Met andere woorden, Theo uw gastheer op deze blog, is momenteel druk. Zo druk dat ik weinig tijd heb voor mezelf en ik weet van mezelf dat ik dan op de rem moet gaan trappen, weer even terug naar de basis.
Normaal kan ik altijd bij goede vrienden langs om even wat bij te komen, een bakkie te doen, samen een film te kijken of om gewoon even mijn verhaal kwijt te kunnen. De vrienden waar ik specifiek op doel, wonen op nog geen 10 minuten fietsen en ik ben er altijd welkom. Eigenlijk hoef ik niet eens te bellen als ik langs wil komen, al doe ik dat uit fatsoen altijd wel.
Wat ik me de afgelopen weken ben gaan realiseren, is dat deze – en ook al mijn andere vriendschappen – geheel onvoorwaardelijk zijn. Als er iets is hoef ik ze maar te bellen en ze staan voor me klaar, andersom geldt dat natuurlijk ook. En eigenlijk ben ik de vriendschappen die ik heb, in de loop der jaren als vanzelfsprekend gaan beschouwen. Nu zijn deze specifieke vrienden een maand op vakantie en naar mate de weken verstrijken, merk ik pas hoe veel ik die vanzelfsprekendheid mis. Gelukkig zijn ze over een paar dagen weer terug.
Tag Archives: Theo
Beroemd tot in Amsterdam

Deze foto – excuses voor de slechte kwaliteit, het is een scan van de krant – stond afgelopen weekend in de krant van één van mijn buren. Er vliegen twee vliegtuigen boven Amsterdam, waarvan er één de tekst “Theo heeft gelijk!” mee sleept. Mijn buurman liet mij de krant met een knipoog zien, en ik zag de humor er wel van in. Er zijn namelijk weleens momenten waarop ik graag gelijk wil hebben.
Na wat gespeur op het internet kwam ik er achter dat deze boodschap, en de boodschap “Geen theocratie”, op zaterdag 3 jui 2004 boven Amsterdam te zien waren. Deze boodschappen werden op initiatief van Ron Eilers getoond, hij hoopte dat hij hiermee een einde kon maken aan de angst, die volgens hem in Nederland regeerde na de moord op Fortuyn en op Van Gogh.
Opsporing verzocht
De blogpolitie vraagt uw aandacht voor de volgende zaken
| Naam: | EllZinnelijk |
| Geslacht: | Vrouwelijk |
| Uiterlijke kenmerken: | Donker krullend haar |
| Deze jonge dame wordt vermist sinds zaterdag 14 maart 2009. Op die dag vertelde ze aan haar virtuele vrienden dat ze een kaartje heeft weten te bemachtigen voor Pinkpop. Sindsdien is er niets meer van haar vernomen. |
| Naam: | Dré |
| Geslacht: | Vrouwelijk |
| Uiterlijke kenmerken: | Niet bekend, volgens sommige getuigen donker bruin half lang haar |
| Deze dame wordt vermist sinds dinsdag 21 april 2009. Op die dag vertelde ze aan haar virtuele vrienden dat ze de zeepbel waarin ze leefde heeft doorgeprikt. Het vermoeden bestaat dat ze kort na het plaatsen van het bericht, verdwaald is tijdens haar huizenjacht. |
| Naam: | Juksti |
| Geslacht: | Vrouwelijk |
| Uiterlijke kenmerken: | Onbekend |
| Deze jonge dame wordt vermist sinds donderdag 23 april 2009. Op die dag vertelde ze aan haar virtuele vrienden dat haar ex-vriend haar op de hoogte heeft gesteld van het overlijden van Martin Bril. Sindsdien is er niets meer van haar vernomen. |
Mocht u weten waar één van deze personen zich momenteel bevindt, neem dan direct contact op met de blogpolitie. Neem geen contact op met de persoon in kwestie. Deze personen zijn onze taal behoorlijk machtig en zijn in staat om u met een paar woorden te verleiden tot het dagelijks bezoeken van hun blog.
Speurtocht naar de hanenkam
De laatste dagen ben ik vooral bezig met een onderzoek voor een verhaal dat ik aan het schrijven ben. Bij mij begint het schrijven van een verhaal meestal enkele weken, soms zelfs maanden, voor ik het aan het spreekwoordelijke papier toe vertrouw. In mijn hoofd bedenk ik de verhaallijnen en de hoofdpersonen die ik er in wil verwerken. En soms verwerk ik er een stuk geschiedenis in, waarin ik me dan eerst moet verdiepen. In dit verhaal zit een scene waarin de hoofdpersoon meedoet aan de demonstratie tegen kruisraketten op het Museumplein in Amsterdam. Nu kan ik me dat niet helemaal meer goed herinneren, want ik was destijds amper 7 jaar oud. Op twitter gooide ik een aantal vragen, en al gauw kreeg ik van een aantal medetwitteraars de antwoorden die me verder hielpen met het onderzoek. Het blijft een mooi medium het internet. Moest je vroeger nog naar de bibliotheek om oude krantenartikelen te lezen, of achter de Terminal zoeken naar boeken die over bepaalde onderwerpen gaan. Zo heb je tegenwoordig op het internet, bijna alle informatie vanaf je luie stoel tot je beschikking.
Gedurende mijn onderzoek dacht ik regelmatig terug aan de zomer van 1984, toen ik samen met mijn toenmalige buurvrouw, mijn moeder en mijn broer, een weekje ging logeren in Amsterdam. Op televisie zag je, in die tijd, veel punkers met hanenkammen. Al weken voor we naar Amsterdam gingen, hadden mijn broer en ik het erover dat we eindelijk hanenkammen in het echt zouden zien, best grappig waar je als kind zo al naar uitkijkt. We keken niet naar alles uit, zo hadden we niet echt de behoefte om skinheads te zien. Op de een of andere manier linkten we alle skinheads met de moord op Kerwin Duynmeier op 20 augustus van het jaar ervoor.
We logeerden die week bij de oudste dochter van onze buurvrouw. Die dochter woonde in een tweekamerappartement en had nog een zolderkamer waar een groot logeerbed stond. Mijn broer en ik sliepen samen met mijn moeder op die zolderkamer en onze buurvrouw sliep samen met haar dochter in het appartement. Het appartement was wat aan de kleine kant voor zoveel mensen, maar het was er knus en gezellig. Eigenlijk was alles aan die week imposant. De geuren van het exotische voedsel die je, in de trappenhal van het appartementencomplex, tegemoet kwamen en de samensmelting van al die verschillende culturen die in Amsterdam leven. Zoiets had je niet in het dorpje waar ik geboren ben. Voor een tienjarige jongen leek het alsof Amsterdam in een ander land lag, alleen spraken ze in dat andere land gewoon Nederlands.
Die week dat we in Amsterdam verbleven bezochten we Artis, liepen veel door het centrum en bezochten ook de Zaanse Schans, met al zijn groene, houten huisjes, de plaats waar de eerste Albert Heijn staat. We gingen op bezoek bij een andere dochter van onze buurvrouw die ergens in de buurt van de Zaanse Schans op een camping verbleef. Daar at ik voor het eerst geitenkaas, tot dan toe wist ik niet eens dat geitenkaas bestond. Ook ons bezoek aan de Albert Cuyp is iets dat me is bijgebleven. Daar kocht ik mijn eerste singel voor 2 gulden 50. Het was “I save the day” van Roberto Jacketti & the Scooters.
Bij thuiskomst heb ik het singeljte werkelijk grijs gedraaid. Telkens als ik dat singeltje opzette, ging ik in gedachte weer terug naar de stad Amsterdam. De stad waar ik zoveel nieuwe dingen zag, maar ook de stad waar we geen hanenkammen hebben gezien. Want hoe goed we ook keken, en waar we ook kwamen, er was geen enkele hanenkam te bekennen. Dat was voor mij en mijn broer een kleine domper, maar het heeft de pret niet gedrukt.
Bevestiging en ongeloof.
Toen ik vorige week mijn mailbox opende zag ik dat mijn naamgenoot mij een mailtje had gestuurd. Zou daar dan eindelijk die lang verwachte bevestiging komen? Voor de mensen die niet precies weten waar het overgaat. Ik heb een verhaal geschreven dat mee zou kunnen dingen om in een verhalen bundel geplaatst te worden, die op initiatief van mijn naamgenoot uitgegeven zal worden. De opdracht luidde: schrijf een verhaal in 1000 worden met als thema “De straat”. Er kwam wel iets uit de pen, maar ik zelf was er niet tevreden over en ik kan alleen mijn complimenten geven aan de jury die dezelfde kritiek op het verhaal hebben als ik zelf had. Voorzichtig vroeg iemand of ik teleurgesteld was, in tegendeel het verhaal was niet af en ik blijf het moeilijk vinden om verhalen te “moeten” schrijven. Bij mij komen verhalen wanneer ze zich aandringen en niet wanneer ik ze oproep. En om eerlijk te zijn ben ik nu meer geïnteresseerd in de verhalen die het wel gehaald hebben, dan wanneer de mijne gepubliceerd zou zijn. Ik weet niet hoe dat bij u is, maar ik lees zelden mijn eigen blogjes terug en zo’n briljante schrijver vind ik mezelf nu eigenlijk ook weer niet.
Waar ik wel wat verbolgen over ben is het het volgende. Al meer dan twee jaar lang draai ik met enige regelmaat, gemiddeld eens per twee dagen, één cd. Het gaat om de cd Tai Chi van Oliver Shanti and Friends. De muziek zelf is wonderschoon en het helpt mij om te ontspannen, zodat ik mijn Tai Chi oefeningen kan doen. Ik kan de combinatie van die cd en het gevoel van rust, dat ik door Tai Chi krijg, zo goed dromen dat ik de muziek niet tijdens mijn werk durf te draaien. Dat heb ik een paar keer geprobeerd en telkens raakte bijna in een diepe trance. Zo diep dat ik weet dat ik alles om me heen vergeet en dus ook mijn werk.
Toen ik vandaag, tussen alle hectiek van het werk door, de koppen op nu.nl scande, trok een bepaalde kop mijn aandacht. Geen idee waarom het precies mijn aandacht trok, maar misschien komt het doordat ik een verbondenheid voel met India. En als ik dan het woord Guru of Goeroe zie staan dan is mijn nieuwsgierigheid gewekt. De kop van het artikel luidde “Goeroe beschuldig van 314 keer kindermisbruik”. Tot mijn grote schrik las ik, dat de persoon die mij regelmatig helpt met het noodzakelijke ontspannen, mogelijk onschuldige kinderen heeft misbruikt. Nu weet ik dat het slechts zijn naam is, die op die cd’s prijkt, en dat de muziek eigenlijk door andere mensen geschreven is. Maar hoe kan ik me nu nog ontspannen op muziek waarvan, de wettelijke, componist mogelijk iemand is die onschuldige kinderen misbruikt?
Leven en laten leven?
Onder het genot van een bak koffie zat ik op mijn terras de laatste bladzijden van “De heks van Portobello” te verorberen. En terwijl ik lezend de hele wereld om me heen vergat, schrok ik op van wat gefladder. Op de rand van de schutting zat een zwarte merel met wat regenwormen in zijn snavel. Nu vermoed ik dat hij ergens in de buurt zijn nest heeft, want even later vloog hij van de schutting naar mijn grasveld, om daar nog wat meer wormen te zoeken.
Ik observeerde de vogel en zag hoe hij naar zwakke plekken in mijn grasveld zocht, die plekjes waar het gras net even wat dunner is. En nadat hij een paar keer met zijn snavel in de grond had gepikt had hij een andere regenworm te pakken. Op zich vond ik het heel knap dat hij gedurende dit alles nog twee andere regenwormen in zijn snavel had. Alsof hij me wilde bedanken voor de worm die hij in mijn tuin had gevonden, vloog hij op en landde weer op de schutting, om daar vervolgens een schitterend liedje voor me te fluiten alvorens hij vertrok.
Op de een of andere manier voelde ik me door het gebeuren, dichter tot de natuur staan dan ik me ooit gevoeld heb. Heel even leek er niks om me heen te bestaan dan de natuur. Ik hoorde nog meer zangvogels om me heen en luisterde naar hun gezang. Ze zingen in een taal die ik heel even leek te begrijpen en alles waar ik me ooit in mijn leven druk om heb gemaakt, gleed van me af. Op dat moment voelde ik meer innerlijk rust dan dat ik ooit heb gevoeld en mijn ontzag voor de natuur was groter dan ooit: ik voelde me een met het hele universum
Nadat ik een tijdje van de rust heb zitten genieten besloot ik dat ik nog wel een klein klusje kon doen. Onlangs heb ik nieuwe tuinverlichting gekocht en ik bedacht me dat ik die nog wel even kon aansluiten. Terwijl ik mijn tuinschuurtje binnenliep, zag ik aan een van de hoeken van het dak een witte bol hangen. Mijn nieuwsgierigheid was gewekt en ik ging op onderzoek uit. Nog voor ik de witte bol had genaderd hoorde ik een akelig gezoem en zag ik hoe een aantal wespen uit die witte bol kwamen. Het drong al gauw tot me door dat ze er bezig waren om er hun nest te bouwen.
De verbondenheid met de natuur in zijn algemeenheid, was plotseling verdwenen. Ik herinnerde me hoe ik een aantal wespen, vorig jaar, hun gang had laten gaan onder het afdak bij mijn voordeur. Op den duur kon ik mijn huis bijna niet meer in, omdat het een continu komen en gaan was van wespen. Bij de lokale bouwmarkt heb ik toen wat verdelgingsmiddel gekocht en ik maakte tijdens het verdelgen één domme fout. Het was hartje zomer en ondanks de hitte had ik me goed aangekleed om me te beschermen tegen eventuele wespensteken. Het enige dat minder goed beschermd was waren mijn voeten, ik had bruine sokken en open slippers aan. En terwijl ik bezig was met het leeg spuiten van de bus met verdelgingsmiddel, werd ik door één van die wespen gestoken in mijn grote teen. Van de steek heb ik enkele weken last gehad, en in mijn sokkenlade herinnert een rode plek op één van de bruine sokken mij er aan hoe sterk het zuur is dat die wespen in je spuiten als ze je bijten.
Nu moet ik de komende tijd nog regelmatig in mijn tuinschuur zijn en zit ik niet te wachten op een wespennest. Ik riep een buurman erbij, hij is een echte klusser en weet voor een hele boel probleempjes wel een oplossing. Maar ook dat had hij nog nooit voor handen gehad. Voorzichtig tikte hij tegen de witte bol en we sprongen beide naar buiten toen er twee wespen uit kwamen. Nadat ik me ervan verzekerd had dat er geen wespen meer in die witte bol zaten, stak ik met een spade de witte bol van het plafond.
De buurman en ik gingen samen verder op onderzoek en zagen hoe een aantal wespen het hout van de schutting afschraapten. Ik trok mijn slipper uit, diezelfde die ik vorig jaar aanhad, en sloeg drie van die wespen dood. Één van de drie was velen malen groter dan de anderen, en ik vermoed dat het de koningin was (of is dat alleen bij bijen zo?). De komende tijd hoop ik nog veel van de natuur te genieten, zolang die natuur zich maar niet binnenshuis of in mijn tuinschuur bevindt.
Epiphony – Schooltijd (3)
De MTS heb ik anders beleefd dan de middelbare school. Natuurlijk heb ik er nog wel herinneringen aan, maar wat me het meeste is bijgebleven is dat het eerste lesuur altijd om 08:00 uur begon. Dat betekende dat ik om 07:00 uur al in de trein moest zitten en dat doet voor een avondmens altijd pijn. Daarnaast herinner ik me een gênante anekdote over een groen overhemd die ik voor het eerst aan had. Het was tijdens Duits, wat nimmer mijn favoriete vak was. Ik zat achter in de klas en viel, leunend met mijn hoofd op mijn armen, half in slaap. Toen mijn naam geroepen werd schrok ik half op. Het feit dat ik bijna in slaap was gevallen was door de betreffende leraar niet onopgemerkt gebleven. Niet veel later vroeg de een na de ander of ik me wel goed voelde, want ik zag er slecht uit. Ik excuseerde me en vroeg of ik naar het toilet mocht, daar aangekomen zag ik dat mijn gezicht donker groen gekleurd was.
Het nieuwe donker groene overhemd had kleur afgegeven toen ik er met mijn hoofd op leunde. Dat buitenkansje liet ik niet liggen, ik had een excuses om ziek naar huis te gaan en ik bedacht me geen twee keer. Het vierde en laatste jaar was zeer bewogen, tijdens de tentamens overleed mijn opa (die vroeger bevriend was met de conrector Dhr van Osta) en zo vlak voor mijn examens stond ik er niet goed voor. Op mijn eindlijst stonden een paar zessen en 1 vijf. Later bleek dat mijn natuurkunde leraar me gematst had. Ik kwam uit op een 5,4 voor Natuurkunde en hij heeft mijn examen zo nagekeken dat ik uitkwam op een 5,5 voor natuurkunde De tweede corrector is hier niet overgevallen en met veel geluk, en nog steeds zonder inzet, behaalde ik mijn diploma.
Ik ging naar de Hogeschool Enschede en de eerste 3 jaar was ik alleen maar bezig met de studievereniging. Daarna was ik het beu om altijd krap bij kas te zitten en in letterlijk twee jaar behaalde ik bijna alle studiepunten die normaal in 4 jaar zitten. Op het einde had ik er zelfs 13 te veel. En terwijl ik zo deze schooltijd-serie type herinnerde ik mij dat ik ooit 1 keer geleerd had op de lagere school. Het resultaat was een 10 voor aardrijkskunde.
Ik heb twee neven en beide zijn bijzonder slim. De jongste is zelfs zo slim dat hij qua intelligentie twee klassen over mag slaan. Maar hij is iet wat aan de kleine kant en daardoor wil de school hem maar 1 klas laten overslaan. Toen hij 5 jaar oud was heeft hij mij eens opgebeld, later hoorde ik dat hij mij zelf in de telefoonklapper heeft opgezocht en zonder dat zijn ouders het wisten heeft hij mij gebeld. Niet veel later ontving ik van hem een e-mailtje en dat terwijl hij nog op de kleuterschool zat. Ik ben echt blij dat ze op school hebben ontdekt dat als hij op normaal tempo door de lagere school heen loopt, hij zich dan ook sierlijk verveeld. Ik ben blij voor hem dat hij zich niet jarenlang moet dood vervelen op school, maar dat ze ontdekt hebben dat hij ver voor loopt op zijn leeftijdsgenoten.
Maar wat mij dan ook bezig houd is, wat als ze in al die jaren dat ik op de lagere school zat hadden ontdekt dat ik wat meer in mijn mars had. Dat ik gewoon niks deed, omdat ik het allemaal te simpel vond. Dat ik veel meer in mijn mars had dan LBO niveau B misschien zelfs niveau C. Welke keuzes zou ik dan in het leven gemaakt hebben? Zou ik dan ook een vervelende leerling op de middelbare school zijn geweest? Zou ik dan ook informatie analist geworden zijn? Misschien was ik dan wel chirurg geworden, of een ander academisch beroep. Maar zou ik dan inweze ook een heel ander mens zijn geweest? Of zou ik dan gewoon dezelfde Theo zijn geweest, met dat verschil dat die Theo niet altijd met een omweg bij zijn doel komt. Veel vragen waarop ik het antwoord nooit zal weten.
Dhr de Koning – Schooltijd (1)
En terwijl ik gisteren blogde over plaatjes van voetballers die ik in mijn agenda plakte en over hoe makkelijk ik door de leerjaren heen wandelde, dacht ik even terug aan die mooie oude tijd. Ik was niet vlijtig, zeg maar gerust lui. Huiswerk heb ik op een paar uitzonderingen na nooit gemaakt. Leren dat gaf ik al snel op nadat ik na 1 uur leren nog maar een 9,5 haalde voor een schriftelijke overhoring voor Frans.
Ik moest toen ook denken aan Dhr de Koning, mijn conrector. Ik zat voor het eerst in 3 MAVO en wist op voorhand al dat ik er geen zin in had, ik besloot een sabbatical te nemen. Ik kwam na het ophalen van de boeken en het lesrooster thuis, om daar samen met mijn moeder de boeken te kaften. Een bezigheid die we altijd samen deden. Ik opende een van de boeken en zei tegen mijn moeder. “Mam dat ziet er moeilijk uit, ik denk dat ik dit jaar blijf zitten”
Nu deed ik daar ook erg mijn best voor en op den duur werd ik op het matje geroepen bij Dhr de Koning, ik was daar al eens vaker geweest. Hij vond dat mijn cijfers erg tegenvielen en vond dat ik elke middag, na de lessen, bij hem in zijn werkkamer mijn huiswerk moest maken. Ik denk dat hij het goed bedoelde, maar eigenlijk vond ik dat ik die keuze zelf had.
Ik kwam daar de eerste middag en na 5 minuten vertrok hij, hij had een vergadering of moest zelf nog lesgeven. Een dag later kwam ik weer op de afgesproken tijd en Dhr de Koning was er helemaal niet. Het was een mooie zonnige dag en ik besloot dat hij de pot op kon. Waarom zou ik bij hem huiswerk gaan maken als hij er toch niet was?
Ik weet eigenlijk niet eens of mijn ouders wisten dat ik bij Dhr de Koning mijn huiswerk moest maken, maar ik vermoed van wel. Want ik wilde niet direct naar huis, omdat ik dan te vroeg thuis zou zijn. Om de tijd wat te doden besloot ik dat ik naar de winkels in de stad wilde. En toen ik daar zo zielsalleen in de stad liep kwam ik daar Dhr de Koning tegen. Het enige dat hij deed was mij een knik geven en ik heb er nooit meer iets van gehoord. Die huiswerksessies op zijn werkkamer heb ik ook nooit meer bezocht en ook daar hoorde ik niks meer over.
Dat jaar was voor mijn ouders een zeer bedroevend jaar. Ik bleef inderdaad zitten en mijn broer haalde voor de tweede keer 4 HAVO niet en moest van school af. Nu is het met ons beide wel goed gekomen, maar voor mijn ouders was dat echt geen pretje.
Kleine klusjes en al wat nog meer blijft liggen
Het is zo’n klein dingetje dat is blijven liggen na de verhuizing en meestal vergeet ik dat het is blijven liggen. Behalve als er dan weer eens visite komt die nog nooit eerder bij mijn “nieuw” huisje op visite zijn geweest. Vanuit het keukenraam zie je ze vanaf links aankomen wandelen. Dan turen ze eerst bij mijn linker buren, lopen dan mijn huis voorbij waar ze toch nog vluchtig een blik opwerpen. Vervolgens lopen ze door naar mijn rechter buren en dan heel even later bellen ze bij mij aan. Ik doe dan net alsof ik niet zag dat ze mijn huis voorbij liepen en de visite doet net alsof er niets aan de hand is. De oplettende lezer vraagt zich waarschijnlijk af wat er aan de hand is en de snellere geesten hebben hem misschien al door.
Naast mijn voordeur ontbreekt namelijk iets. Misschien dat anderen vinden dat er wel meer ontbreekt, maar dit ene is voor mij een gemis, zeg maar een doorn in het oog. Tevergeefs had ik al wat eerdere pogingen ondernomen, maar telkens bleek dat de doe-het-zelver op het dorp ze niet op voorraad had. Terwijl ik zo het vermoeden heb dat ik niet de enige ben die ze zou willen kopen. Gewoon heel simpel een nummer 1 en een nummer 7 en dan het liefst in messing of zwart want al die anderen vallen niet op, op de witte verf die de vorige bewoner op de buitenmuur heeft aangebracht.
Precies u voelt hem aankomen, ik heb geen huisnummer naast mijn voordeur. En hoewel het voor de postbode geen obstakel lijkt te zijn, werd het dan eindelijk tijd om een nieuwe poging te wagen. Ik ging weer naar de doe-het-zelver op het dorp en zocht weer naar die twee nummers, maar wederom zonder resultaat. Ik bedacht me dat ik toch echt niet weer met lege handen naar huis kon toen zei de zeer behulpzame man van de doe-het-zelver: “Ik kan ze voor u bestellen”. Dat was werkelijk een openbaring, want zo had ik er nog niet over nagedacht.
En vrijdag aanstaande is het dan zover, dan zijn mijn nummertjes binnen en kan ik eindelijk die lege plek naast mijn voordeur vullen. Nu nog goed opletten dat ik beide nummers niet verkeerd omhang, dat zou best slordig zijn.
Weer een folder blogje? Of toch niet?
Toen ik terug naar huis reed wist ik het zeker. Ik zou in dit blogje mijn ongenoegen uiten over de hele kudde van populistische, tabbloid weblogs die onder aanvoering van Sargasso.nl een initiatief zijn begonnen tegen die onverlaat uit Urk die 6.6 Miljoen folders door het land verspreidt. Ik vind man uit Urk een onverlaat omdat 6.6 Miljoen folders een hele hoop bomen zijn die bij minimaal 5 miljoen huishoudens ongelezen bij het oud papier belanden. Ik heb niets tegen de inhoud van die folder, omdat ik hem gewoon niet lees. En ik hoef hem niet te lezen, want dankzij mijn nee-nee stikker krijg ik hem ook niet.
Wat ik dan tegen die initiatiefnemers heb is eigenlijk het volgende. Alles waar GeenStijl bijstaat roept bij mij gewoon walging op. Ik vind het genre journalistiek dat door GeenStijl wordt bedreven ronduit misselijkmakend en dat baseer ik op een paar enkele bezoeken. Het is de goedkope vorm van tabbloid journalistiek waarbij met regelmaat alle ethiek wordt overschreden. Ik denk niet dat echte journalisten hiermee weg zouden komen als ze dergelijke artikelen in een krant of tijdschrift zouden plaatsen. En onlangs werd mijn mening over GeenStijl versterkt door de actie die ze uithaalden tegen mede wannabe publieke omroep de Televaag. GeenStijl laat de banden van een Televaag vrachtwagen leeglopen en roept zo de sympathie op van vele mensen, terwijl het in mijn ogen gewoon de reinste vandalisme is.
Daarbij komen deze weblogs ook niet in actie als een willekeurige winkelketen een folder verspreid waar men het niet mee eens is, omdat bijvoorbeeld de prijzen van de aanbiedingen te laag zijn, ik snap dit initiatief niet. Wat wil men bereiken? Om eerlijk te zijn lees ik nog liever die ene bewuste folder dan de shockeer en attack artikelen van GeenStijl.
Maar toen ik de reactie van Katyo las toen bedacht ik me:
- Vanochtend reed ik heel ontspannen en zonder file naar mijn werk.
- Vandaag heb ik heel gezellig met collega’s gegeten
- Vandaag heb ik in alle rust wat achterstallig werk weg kunnen werken
- Vandaag genoot ik van een aantal mooie blogjes van mijn medebloggers
- Straks ga ik lekker sporten
- Straks ga ik weer lekker oppassen en dus verder lezen in het boek dat ik nu lees
En met deze 6 heb ik al wat achterstand weggewerkt. Ik zal ze zo op papier zetten en ze dan vannacht onder mijn kussen leggen.