Balanslijnen

Even een intermezzo tussen al dat Sonisphere geweld. Morgen het laatste deel, maar nu eerst even iets anders. Ik heb zo een theorie in mijn hoofd die volgens mij op veel gebieden van toepassing is. Om het idee iets makkelijker te beschrijven het volgende kunstwerkje – niet letterlijk opvatten, paint was het enige dat ik zo gauw voor handen had.

balanslijnen

De theorie is als volgt. Er zijn twee lijnen, het zijn de scheidslijnen tussen te druk en te rustig. Als je binnen die lijnen zit dan ben je gelukkig, vandaar ook de groene smiley. Zit je boven de druk-zijn-lijn of onder de rustig-zijn-lijn, dan ben je even wat minder vrolijk – vandaar ook de rode niet lachende smiley – al is niet lachen en een smiley wel een tegenstrijdigheid.

Normaal gesproken balanceer je tussen beide lijnen en zo heel soms piek je even buiten het vrolijk-zijn-gebied. Zolang dat laatste maar van korte duur is, is er niets aan de hand. Deze theorie gaat dus ook op voor je werk. Als je een hele tijd achter aan elkaar te druk bent, dan heb je kans op een burn-out en een tijdje geleden las ik over een bore-out. Die krijg je als je je ontzettend verveelt.

De theorie gaat ook op voor je sociaal leven. Op dat vlak was het de laatste maanden erg druk, vanaf begin mei heb ik nauwelijks een rustig weekend gehad. En natuurlijk was alles echt te gek, daar hoor je me niet over klagen. De CD-presentatie was super, Sonisphere helemaal te gek, en ook de verjaardagen en bezoekjes aan familie en vrienden waren allemaal heel erg leuk. Maar ik zweef, qua sociaal leven, de laatste tijd redelijk rond de druk-zijn-lijn. Ik merk dat aan veel dingen, mijn lichaam protesteert en in mijn hoofd zitten allerlei verhalen opgesloten die er om schreeuwen om geschreven te worden.

Het goede nieuws is dat ik komend weekend een niet-afspraak-weekend heb. Wat ik me dan zo afvraag is het volgende. Ben ik de enige die, zo af en toe, echt kan genieten van een weekend zonder afspraken? Ik ben benieuwd naar uw mening, ik ga komend weekend mijn lichaam wat rust geven en ervoor zorgen dat de ideeen voor de verhalen ergens op papier komen, zodat ook in mijn hoofd de rust weer terugkeert.

Vriendschap

Vriendschappen komen en gaan, als duiven die een duiventil in en uit vliegen. Sommige vriendschappen duren kort, andere langer en de beste zijn blijvend – het aantal vrienden is in die volgorde aflopend. Van sommige vriendschappen vraag je je wel eens af hoe ze ooit tot stand zijn gekomen en van andere waarom ze ooit zijn beëindigd.

Soms doet het beëindigen van een vriendschap pijn, vanwege het feit dat die er niet meer is of om de manier waarop die vriendschap werd beëindigd. Maar elke vriendschap is een dierbare herinnering, een wijze les of een vanzelfsprekende zekerheid. Die vanzelfsprekende zekerheid is overigens vaak erg rekbaar, zolang je elkaar zo af en toe, maar laat merken dat je beide die vriendschap erg waardeert.

Terugblikken

Morgen is het 7 jaar geleden dat Pim Fortuyn, op brute wijze, door Volkert van der Graaf werd vermoord. Bij mijn weten had ons land nog niet eerder te maken gehad met een politieke moord, als je Balthasar Gerards tenminste niet meerekent. Het is trouwens de vraag of de aanslag op Willem de Zwijger uit politieke motieven is gepleegd, ik neig te geloven dat het uit naam van religie is gebeurd. Balthasar Gerards was namelijk een zeer vrome Katholiek die zeer tegen het protestantisme was gekant, al lagen politiek en religie in die tijd wel heel dicht tegen elkaar aan.

Ongetwijfeld zullen er morgen op de diverse blogs verhalen verschijnen over de moord op Pim. En misschien staat de media er ook even bij stil. Ik zelf wil niet bij die moord stilstaan, al kan ik me die dag nog heel goed herinneren. Ik wil gewoon even stilstaan met wat er na zijn dood allemaal veranderd is. Pim vertegenwoordigde een nieuw stroming van politici, de politicus die vooral voor het volk op kwam. Niet een politicus die, veilig, in een ivoren toren zit in politiek Den Haag. Niet een politicus die al jarenlang vergeten is dat hij als volksvertegenwoordiger gekozen werd. Pim was juist een politicus die midden in onze samenleving stond, een politicus die het contact met het volk niet uit het oog verloren was.

In de kern was ik het met Pim eens, en voor ik gehoon over mij een krijg, voor mij is die kern een Nederland waarin mensen van verschillende culturele achtergronden in vrede kunnen samenleven. Hij had ook wat ideeën waar ik niet achter kon staan, zijn uitlatingen over de Islam vond ik behoorlijk denigrerend en zorgde ervoor dat ik mijn stem nooit op hem zou hebben uitgebracht. Ik kende Pim al voor hij de aankondigde met een eigen partij de politiek in te willen gaan. Nu is kennen in deze een groot woord, want ik keek wekelijks naar zijn gastoptreden in het programma Business Class van Harry Mens. Daar predikte hij al langer over hoe zijn ideale Nederland er uit zag, zijn opvattingen waren toen bij lange na niet radicaal, en ik doel hiermee op de Islamisering. Dat idee heeft onze vriend Geert Wilders trouwens uitstekend over genomen, die trekt daarmee al die Fortuyn stemmers, die naar mijn idee vooral niet begrepen waar Pim echt voor stond, naar zich toe. Het is niet het rechts-extremistisch denken waar ik het meest bang voor ben, ik ben namelijk veel banger voor het aantal mensen dat op zulke gedachten stemt.

Maar wat is er nu na zeven jaar nog over van al die beloftes van politiek Den Haag. Pim schudde Den Haag wakker door zeer openlijk het debat aan te gaan met de bevolking. Heel even leek het er zelfs op dat de politici weer terug zouden gaan naar de kern van hun beroep. En dat is in mijn ogen het luisteren naar de mening van ons, wij Nederlanders. Even leek het erop dat Pim een politieke aardbeving had veroorzaakt. Heel even leek het erop dat Den Haag weer naar ons luisterde. Politici deden hun stropdas af, afgevaardigden trokken massaal in den landen, om daar met het electoraat te praten. Maar wat ik mij op dit moment afvraag is, ben ik de enige die denkt dat de politiek, zeven jaar later, vergeten is dat wij ooit massaal hebben laten merken dat wij graag gehoord willen worden? Dat we niet genegeerd willen worden? Dat wij het niet slikken, dat we alleen goed genoeg zijn voor onze stem. Ben ik de enige die vreest dat een populist als Wilders wel lering  heeft getrokken uit dat waar Fortuyn zo goed in was?

Terugkomend op mijn opening. Balthasar Gerards vermoordde Willem de Zwijger, omdat Willem een Protestant was. In de tijd waarin het verschil in de Christelijke stromingen zo klein is geworden, dat er zelfs Oecomenische diensten worden gehouden, werd een Katholiek (Pim was een zeer vrome Katholiek) vermoord uit politieke overwegingen. Is politiek in al die eeuwen eigenlijk wel zo heel veel veranderd, buiten dat we onze stem uit mogen brengen? Laten wij onze stem beïnvloeden door mensen die religie op hun program hebben staan, of gaan we werkelijk voor de inhoud? Blijft de naschok van een politieke aardbeving zo kort hangen, dat het  zeven jaar later lijkt alsof die aardbeving nooit heeft plaatsgevonden?

Soms..

Zijn er dingen waarover je eigenlijk een blog zou willen schrijven, maar wat je ervan weerhoudt is dat je niet weet wie het precies allemaal lezen. Zou zo ik kunnen klagen over die ene collega die er net wat andere levensopvattingen op nahoudt dan de levensopvattingen die ik heb. Dingen van vrienden die je storen, maar dat doe ik dan niet.

Niet dat er zoiets speelt. Nee het is iets anders. Er zijn mensen die ik zoveel vertrouw, dat ik ze soms de rug toekeer en die van de gelegenheid gebruik maken om er een mes in te steken. Mensen, waarvan ik dacht dat we een band opgebouwd hadden, maar die het nodig vinden om achter mijn rug om over mij te  roddelen. Iets waar ik niks mee kan, maar ze hebben nu eenmaal niet het fatsoen om me het recht in mijn gezicht te zeggen.

En er valt ook niks te zeggen, want er is geen gegronde reden. Het enige dat speelt is dat ze hun eigen tekortkomingen willen maskeren en zodoende mij als offerlam naar voren willen brengen. Ik weet niet wat ik erger vind, dat ze het achter mij rug om doen, of dat ze niet het lef hebben om te zeggen wat er is dat zij vinden dat ik verkeerd doe. Ik denk dat het geen mij het meest irriteert is, dat ze als ik ze spreek gewoon poeslief doen, alsof er compleet niks aan de hand is. Ze acteren als ik met ze praat, ze spelen de rol van een goede vriend, maar in werkelijkheid doen ze er alles aan om mij de schuld van alles te geven. Ik ben een pion geworden in een schaakspel, waaraan ik nimmer deel heb willen nemen. Ik vind schaken eigenlijk niet eens leuk.

Ik begrijp best dat u, als lezer, niet begrijpt waar het over gaat, maar ik heb mijn hart even kunnen luchten. Misschien lucht het wat op, ik hoop het, want het is iets dat al een tijdje aan mij vreet. En om eerlijk te zijn, het gevoel zuigt.

Het gaat te veel om de buitenkant

Terwijl ik gisteren wat langs de kanalen op mijn tv zapte, zag ik een praatprogramma van de EO. Normaal gesproken mijd ik de EO, maar het idee achter dit programma klopt gewoon. Vier jongeren, die allen een verschillende of helemaal geen religie aanhangen, krijgen een stelling voorgeschoteld en moeten aangeven of ze het met een bepaalde stelling, al of niet eens zijn. Vervolgens mogen ze dan een paar minuten discussiëren over waarom ze voor of tegen de stelling zijn. En dit alles, natuurlijk in een braaf evangelisch jasje. Gewoon nette discussies zonder elkaar te veroordelen of scheldwoorden te gebruiken.

Ik moest opeens aan die jonge dame denken, wiens geur nog steeds in mijn tuin hangt. Op de avond voor ze zo over mijn schutting hing, kwam ik rond een uur of 10 thuis toen ze buiten sigaretten stond weg te werken. Nu heb ik ziels veel respect voor de manier waarop zij haar geloof belijdt, niet in de laatste plaats, omdat de vrouw in zijn algemeenheid door haar geloof erg onderdrukt wordt. Ik vertelde haar een verhaal dat ik van mijn buurman gehoord heb. Afgelopen winter zou een klas, van de lagere school waar zijn kinderen opzitten, gaan schaatsen op een ijsbaan. Alleen is dat uitstapje op het laatst afgelast, omdat één van de meisjes een lange broek had mee genomen. Gelukkig is mijn buurman iets minder conservatief en ook hij vond het belachelijk dat die meisjes, midden in de winter, op de koude ijsbaan perse een rok aanmoesten.

De jonge dame in kwestie was het helemaal met mij eens en zei: “Ik zeg het heel vaak, het gaat ze te veel om de buitenkant”. Nu drong het geen ze precies bedoelde niet helemaal tot me door, maar ze vervolgde haar betoog. “Eigenlijk mogen we ook geen make-up op, maar dat doe ik gewoon. Ik vind dat ze te veel naar onze buitenkant kijken. We mogen geen make-up en moeten een rok dragen, maar wat zegt dat over wie we zijn of over hoe we van binnen ons geloof belijden”. Ik moet heel eerlijk bekennen, dat ik dat een perfecte gedachte vind, ik had er zelf nog nooit op die manier over nagedacht.

Ik moest aan dit gesprek denken, toen ik het EO programma gisteravond zag. Een van de vier jongeren was een jonge moslima die een hoofddoek droeg. Iets wat ik afkeur, omdat ik het het ultieme symbool van vrouwenonderdrukking vind. Alle moslimmannen moeten zich nu eens afvragen of die buitenkant van de moslima’s nu werkelijk het belangrijkste is. En terwijl ik dit zo type, moet ik me afvragen of het me nu werkelijk stoort dat een vrouw een hoofddoek draagt, want gaat het nu eigenlijk om die uiterlijke vertoning?

Privatiseren

Dit is niet mijn meest favoriete blogsoort, maar het volgende wil ik gewoon even kwijt. Ik vroeg het me al wel eens vaker af, waarom moest de overheid alles privatiseren. Ik bedoel, hoeveel beter is het er allemaal op geworden, was het dan voorheen allemaal zo slecht, en last but not least kost het ons nu ook echt allemaal minder geld?

Het was een trend, nee eigenlijk meer een hype. Alles wat in handen was van de overheid moest zoveel mogelijk geprivatiseerd worden. Door de marktwerking zou alles goedkoper worden. De PTT werd afgestoten, de energiemarkt  werd vrijgegeven en ook de ziektekostenverzekering werd niet langer door de overheid geregeld. De overheid wilde af van alle verantwoordelijkheid die ze voor haar burgers heeft, tenminste dat gevoel heb ik er aan over gehouden.

Deze avond zat ik lekker ontspannen televisie te kijken, toen ik opeens werd opgeschrikt door het gekletter van mijn brievenbus. Na het plaatsen van een nee-nee stikker was ik toch eigenlijk in de veronderstelling dat ik zou kunnen genieten van mijn rust. Iemand kwam om 22:00 uur de post nog even bezorgen. Ik vind het dus abnormaal, dat de post nog zo laat bezorgd wordt.

Vroeger, toen er nog maar één bedrijf verantwoordelijk was voor het bezorgen van de post vond ik het dus gewoon wel beter. Je wist precies wanneer de post kwam. Nu komt de post soms drie keer op een dag, en zoals vanavond word de post dus ook ‘s avonds om 22:00 uur bezorgd. Ik begrijp niet in welk opzicht, dit een verbetering is. Hoe kan het nu goedkoper zijn dat drie verschillende mensen elk één envellope in mijn brievenbus dumpen? Naar mijn idee is het goedkoper als één persoon die drie envellopen in één keer bezorgen.

Epiphony – Schooltijd (3)

De MTS heb ik anders beleefd dan de middelbare school. Natuurlijk heb ik er nog wel herinneringen aan, maar wat me het meeste is bijgebleven is dat het eerste lesuur altijd om 08:00 uur begon. Dat betekende dat ik om 07:00 uur al in de trein moest zitten en dat doet voor een avondmens altijd pijn. Daarnaast herinner ik me een gênante anekdote over een groen overhemd die ik voor het eerst aan had. Het was tijdens Duits, wat nimmer mijn favoriete vak was. Ik zat achter in de klas en viel, leunend met mijn hoofd op mijn armen, half in slaap. Toen mijn naam geroepen werd schrok ik half op. Het feit dat ik bijna in slaap was gevallen was door de betreffende leraar niet onopgemerkt gebleven. Niet veel later vroeg de een na de ander of ik me wel goed voelde, want ik zag er slecht uit. Ik excuseerde me en vroeg of ik naar het toilet mocht, daar aangekomen zag ik dat mijn gezicht donker groen gekleurd was.

Het nieuwe donker groene overhemd had kleur afgegeven toen ik er met mijn hoofd op leunde. Dat buitenkansje liet ik niet liggen, ik had een excuses om ziek naar huis te gaan en ik bedacht me geen twee keer. Het vierde en laatste jaar was zeer bewogen, tijdens de tentamens overleed mijn opa (die vroeger bevriend was met de conrector Dhr van Osta) en zo vlak voor mijn examens stond ik er niet goed voor. Op mijn eindlijst stonden een paar zessen en 1 vijf. Later bleek dat mijn natuurkunde leraar me gematst had. Ik kwam uit op een 5,4 voor Natuurkunde en hij heeft mijn examen zo nagekeken dat ik uitkwam op een 5,5 voor natuurkunde De tweede corrector is hier niet overgevallen en met veel geluk, en nog steeds zonder inzet, behaalde ik mijn diploma.

Ik ging naar de Hogeschool Enschede en de eerste 3 jaar was ik alleen maar bezig met de studievereniging. Daarna was ik het beu om altijd krap bij kas te zitten en in letterlijk twee jaar behaalde ik bijna alle studiepunten die normaal in 4 jaar zitten. Op het einde had ik er zelfs 13 te veel. En terwijl ik zo deze schooltijd-serie type herinnerde ik mij dat ik ooit 1 keer geleerd had op de lagere school. Het resultaat was een 10 voor aardrijkskunde.

Ik heb twee neven en beide zijn bijzonder slim. De jongste is zelfs zo slim dat hij qua intelligentie twee klassen over mag slaan. Maar hij is iet wat aan de kleine kant en daardoor wil de school hem maar 1 klas laten overslaan. Toen hij 5 jaar oud was heeft hij mij eens opgebeld, later hoorde ik dat hij mij zelf in de telefoonklapper heeft opgezocht en zonder dat zijn ouders het wisten heeft hij mij gebeld. Niet veel later ontving ik van hem een e-mailtje en dat terwijl hij nog op de kleuterschool zat. Ik ben echt blij dat ze op school hebben ontdekt dat als hij op normaal tempo door de lagere school heen loopt, hij zich dan ook sierlijk verveeld. Ik ben blij voor hem dat hij zich niet jarenlang moet dood vervelen op school, maar dat ze ontdekt hebben dat hij ver voor loopt op zijn leeftijdsgenoten.

Maar wat mij dan ook bezig houd is, wat als ze in al die jaren dat ik op de lagere school zat hadden ontdekt dat ik wat meer in mijn mars had. Dat ik gewoon niks deed, omdat ik het allemaal te simpel vond. Dat ik veel meer in mijn mars had dan LBO niveau B misschien zelfs niveau C. Welke keuzes zou ik dan in het leven gemaakt hebben? Zou ik dan ook een vervelende leerling op de middelbare school zijn geweest? Zou ik dan ook informatie analist geworden zijn? Misschien was ik dan wel chirurg geworden, of een ander academisch beroep. Maar zou ik dan inweze ook een heel ander mens zijn geweest? Of zou ik dan gewoon dezelfde Theo zijn geweest, met dat verschil dat die Theo niet altijd met een omweg bij zijn doel komt. Veel vragen waarop ik het antwoord nooit zal weten.

Voetbal

Een echte supporter ben ik nooit geweest, maar een voetballiefhebber ben ik dan weer wel. Als puber plakte ik mijn schoolagenda vol met alles wat ik uit de krant kon knippen over mijn cluppie Feyenoord en de overgebleven gaten vulde ik met foto’s uit de Hitkrant. Ik had ruimte zat in mijn schoolagenda, want een vlijtige leerling ben ik nimmer geweest. Ik schreef alleen de data van de proefwerken in mijn agenda, want huiswerk maken heb ik nooit gedaan. Sterker nog die proefwerken hoefde ik er eigenlijk ook niet in te schrijven, want leren deed ik ook niet.

Met mijn cluppie gaat het niet goed, zowel op sportief als financieel gebied gaat het ronduit slecht. Het schijnt zelfs dat de club 20 miljoen Euro schuld heeft. Een aantal Rotterdamse zakenlieden hebben de handen ineen geslagen om de club van het volk te redden van de ondergang. Een van deze zakenlieden, Michael Perridon, kondigde aan dat iedereen bij Feyenoord salaris in moet leveren, dus ook de spelers. Daar kwam behoorlijk veel kritiek op, want als echte voetballer moet je al vanaf je 17de arrogant zijn en een exorbitant hoog salaris vragen. Want als je een klein beetje talent hebt dan word je toch wel weggekocht door een grote club uit het buitenland, bescheiden hoef je dus niet te zijn.

Nu snap ik dat wel hoor. Die voetballers moeten tijdens hun 12 jaar durende carrière al het geld verdienen voor de rest van hun leven. En een beetje voetballer verdiend in 1 jaar meer dan u en ik in 20 jaar. Dus verdienen ze in 12 jaar meer dan ik zou verdienen in pak hem beet 100 jaar. Stiekem ben ik ook gewoon jaloers. Doe mij een half miljoen per jaar en dan wil best nog 12 jaar hard werken, om daarna ook lekker van het verdere leven te kunnen genieten. Maar blijkbaar hebben de spelers van Feyenoord zich toch wel wat van Michael Perridon aangetrokken, want vandaag wonnen ze weer eens een keer en dat van PSV in de eigen kuip.

“De wereld biedt genoeg voor ieders behoefte, maar niet voor ieders hebzucht.” – Mahatma Ghandi

Waar is die passie gebleven?

Die hele griepepidemie leek zich aan mij voor bij te gaan en dat vond ik helemaal niet erg. Maar zo op de grens van winter en lente heb ik daarvoor in plaats een hardnekkige verkoudheid gekregen. Ik vul zakdoeken met een onsmakelijke substantie, waarvan ik u de beschrijving maar zal besparen. Ik hoest de ganse dag mijn longen uit mijn lijf, het is net alsof mijn lichaam de winter uit zich wil hoesten. En eigenlijk ben ik net niet ziek genoeg om me ziek te melden, maar echt fit voel ik me dus ook niet.

Dat is een van de redenen waarom het rond mijn persoontje een beetje stil is de laatste tijd. Daarnaast is het zo’n periode waarin het zowel qua werk als op sociaal gebied een beetje druk is. Deze week mocht ik, voor het eerst in al die jaren dat ik werk, naar een twee daagse cursus. En dat had ik gewoon echt nodig. Niet inhoudelijk, want daarvoor was de eerste dag genoeg, maar ik kreeg weer iets van mijn passie voor mijn werk terug. Dat was ik de laatste tijd een beetje kwijt, het begon plichtmatig te worden. Maar misschien was ik de passie in zijn algemeenheid een beetje kwijt.

Zo bedacht ik me dat ik vroeger altijd wel een doel had om naar toe te leven. Als kind zag ik elke dag mensen naar het station lopen om naar hun werk of school te gaan. Ik bedacht me dat ik dat ook wilde en later ging ik 4 jaar lang met de trein naar de M.T.S. Als ik dan op vrijdagmiddag terug kwam zag ik de studenten met hun weekendtassen vol vuile was terugkomen en ik bedacht me dat ik ook wilde gaan studeren. En zo geschiedde het dat ik ging studeren. Tijdens mijn studie leerde ik een docent kennen die zo gepassioneerd was dat hij bijna alles probeerden om zijn studenten iets te leren. En zo doende werd ik tijdelijk docent op een Hogeschool.

En terwijl ik zo dit blogje type op een regenachtige zondagmorgen vraag ik me zo af wat het volgende is dat ik zou willen gaan doen en er komt gewoon helemaal niks. En dat verontrust me eigenlijk best wel. Vroeger wist ik altijd wat ik wilde gaan doen later en dat weten-wat-je-wil ben ik een beetje kwijt.

(Ondertussen gaf ik het idee van het gezamenlijke schrijverschap wat meer vorm, was ik druk met het afleggen van verjaardagsbezoekjes, kwam ik erachter dat ik het lesgeven soms wel eens mis, denk ik er over na om te gaan schrijven voor een wat grotere blog, en probeerde ik alle ideeën in mijn hoofd wat meer te organiseren)

Bij de super

De zaterdaghulpjes hadden net de twee rijen met winkelwagens die voor de winkel stonden aangevuld, toen ik met mijn weekend boodschappen naar buiten kwam. Bij elk van de rijen stond wel iemand, al was het bij de linkerrij een komen en gaan, terwijl er bij de rechterrij niet veel beweging was. Daar stond een oud dametje krom gebogen bij een winkelwagentje terwijl ze aan het kettinkje van een winkelwagen stond te trekken. En terwijl ik mijn wagentje in de linker rij drukte keek ik even naar haar en knikte naar haar zoals je mensen op straat begroet als je eigenlijk geen zin hebt om wat geluid uit je keel te persen, maar ik kreeg geen enkele reactie.

Nadat ik de fietstassen op mijn fiets had bevestigd, fietste ik weer langs de rij met winkelwagens en het dametje stond er nog. Heel even deed ze me denken aan mijn eigen oma en daardoor werd ik iet wat boos op al die mensen die haar daar maar lieten staan. Ik stapte af en vroeg of ik haar ergens mee kon helpen, er kwam geen reactie. En nadat ik 5 minuten lang, zonder resultaat, geprobeerd had om met haar in gesprek te komen ben ik maar weggefietst. Ik hoop niet dat ik haar bang gemaakt heb ofzo. Ik wilde haar alleen maar helpen.