Sommige ouders….

zijn niet te begrijpen. Ik deed vrijdagavond de weekend boodschappen en stond in de rij om af te kunnen rekenen. Voor mij stond een man waarvan ik met enige zekerheid kan zeggen dat hij en zijn gezin behoren tot het typische gezelschap van tweeverdieners. Het soort ouders dat hun kinderen vijf dagen per week naar de BSO brengt, een veel te hoge hypotheek heeft en waarvan man en vrouw beide moeten blijven werken om die hypotheek af te kunnen lossen. Het soort ouders die meer om hun carrière geven dan om hun eigen kinderen. Want ja, het gras moet bij hunzelf nu eenmaal groener zijn dan het gras van hun buren.

Niet dat ik dat een probleem vind hoor. Iedereen doet maar wat hij niet laten kan, ik zelf houd eigenlijk niet eens van groen gras. Waar ik me dan wel over op kan winden is het volgende. De man had twee kinderen meegenomen, een dochter van rond de elf en een zoon van krap negen. De laatste boodschappen die op de band werden geplaatst waren twee oranje Breezers. Nu zegt dat natuurlijk helemaal niks, die zouden ook voor moeders de vrouw kunnen zijn. Maar nadat ik mijn zwaar beladen fietstassen aan mijn bagagedrager had bevestigd, zag ik het drietal voorbij komen lopen. Ze hadden blijkbaar net de boodschappen in de auto geladen en de winkelwagen teruggebracht. En de man opende de twee breezers voor zijn kinderen: “Niet alles nu al opdrinken, ook nog wat voor thuis bewaren”.

Onbegrijpelijk!!!

Een nieuwe regel die mij raakt

heartsVoor mijn Valentijn

Titel: “Message to my girl”
Band: “Split Enz (1984)”
Regel: “I dont wanna say I want you, even though I want you so much. It’s wrapped up in converstation wispered in a hush”

Deze regel heeft een heel eigen verhaal. Ik was stukken jonger, ik denk dat ik 21 was. En ik was verliefd op een meisje, maar ik kon het haar niet vertellen. De fout die ik gemaakt had is dat we vrienden waren geworden en die vriendschap is was me te veel waard.

Ik stuurde dit nummer in naar een radioprogramma met als reden dat ik deze wilde aanvragen voor haar, met naam en al. Ik kreeg geen reactie van de radio en ik weet ook zeker dat zij hem nooit gehoord heeft en stil aan vergat ik dat ik die aanvraag had gedaan.

Een paar maanden later was er het jaarlijkse sinterklaasfeest dat we toen nog met de hele familie van moederskant vierden. Een oom had mijn lot getrokken en een surprise gemaakt. Laat nu net hij mijn aanvraag op de radio wel gehoord hebben. Ik kreeg, naast een genant gevoel, als surprise een LP. Deze regel die mij raakt is speciaal voor haar, mijn Valentijn.

Veldwerk

Min of meer heb ik me al laten overhalen door Aukje om deel te nemen aan het initiatief van mijn naamgenoot. Eigenlijk heb ik het plot al in mijn hoofd, maar het geen dat me nu nog tegenhoudt is: een thema en het research dat ik zou moeten doen. Inspiratie laat zich bij mij meestal niet sturen door een thema, maar in dit geval is die aanwezig dus dat weerhoudt me er niet echt van. Stiekem ook gewoon wel bang voor de competitie, maar aan de andere kant schrijven doe ik voornamelijk voor mijn eigen plezier en er is al bijna geen weg meer terug, want in mijn hoofd ben ik het verhaal al aan het schrijven.

Wat me er nu van weerhoudt om me op te geven is de research en dat is in dit geval het veldwerk. Om sommige dingen echt goed op papier te krijgen vind ik dat je ze moet ervaren. Zo heb ik gedurende een maand lang mijn wenkbrauwen wekelijks laten epileren, harste ik mijn benen en dat puur om te ervaren hoe pijnlijk dat is, zodat ik me beter in een bepaalde vrouwelijke hoofdrol in kon leven. Ja ik weet het ik ben wellicht wat excentriek, maar verder dan dat ben ik niet gegaan, ik had geen behoefte om Maarten ‘t Hart te imiteren, dus de make-up, de jurk en de pumps heb ik niet aangetrokken dat stuk liet ik over aan mijn eigen creativiteit.

In dit geval heb ik er weinig behoefte aan om me ‘s avonds laat op straat te gaan begeven, het is mij eigenlijk iets te koud nu. Maar ik zal zien hoe ver ik met mijn fantasie kom, putten uit herinneringen van weleer. En als er dit weekend een mooie basis ligt dan geef ik me maandag alsnog op. Maar dit weekend geen veldwerk, gewoon lekker de nacht doorbrengen onder mijn donzen dekbed.

Cherchez la femme

In navolging van Katyo keek ik eens naar de zoektermen waarop mensen via google op deze blog terecht komen. Ik zag er een paar waar ik om moest lachen. Maar deze twee vond ik  hartverscheurend:

  • niemand houdt van me
  • waarom houdt je niet meer van mij

Ik ben zo benieuwd naar wie zo iets nou intypt in google, benieuwd naar het verhaal achter de zoektocht? Er zijn twee dingen die zo in mij opkomen. Aan de ene kant zou het een loverboy kunnen zijn die opzoek is naar een slachtoffer die zo’n noodkreet op haar blog of hyves zet. En aan de andere kant zie ik dan een huilende vrouw voor me, die de zoekterm intypt terwijl de tranen op haar toetsenbord vallen. Geen idee waarom ik dan direct aan vrouw denk, maar beelden van huilende mannen prikkelen mijn gedachte niet.

Ja eerlijk toegegeven, Maria Mosterd heeft een behoorlijke indruk op me gemaakt. Tijd dus voor een ander boek en die heeft BOL.com vandaag gebracht. Het is het boek van mijn favoriete 3Fm DJ Gerard Ekdom, maar daarover later met enige zekerheid meer.

Maar de wetenschap (of de gedachte) dat iemand met zoveel LDVD op mijn blog kwam zonder dat ik haar even een troostend woordje kon geven, dat zit me dus niet lekker. En geen idee wat er speelde, maar namens de hele mannelijkheid bied ik haar mijn excuses aan voor zijn hufterigheid, voor het feit dat een man dat tedere hartje brak. Voor het feit dat wij mannen soms zo ontzettend bot en gemeen kunnen zijn.

Tegen de volgende pasant die met zo’n zoekterm op mijn blog terecht komt wil ik alleen maar zeggen. Laat een krabbel achter, maar vooral ook waarom je die zoektocht startte.

Ik vind jou even niet meer leuk

Maandag was ik bij mijn ouders, omdat ik naar de tandarts moest. Nu moet ik wel uitleggen dat ik op 2 uur rijden van mijn ouders woon en daar 1 keer in de 6 weken kom. Mijn tandarts die heb ik nog steeds daar, enerzijds te lui om een andere te zoeken en anderzijds is de man gewoon goed. Twee weken ervoor was ik er ook al geweest, want er moest wat gevuld worden. Voor het vullen had ik nergens last van, maar erna deed de kies onder de gevulde behoorlijk pijn. Zo pijn dat ik er zelfs sjago van werd en ik dat, ten onrechte, ook op collega’s botvierde. Achteraf bleek dat hij de vulling niet ver genoeg afgevijld had zodat die te veel op de onderste kies drukte en dat veroorzaakte de pijn.

Maandag is ook de dag waarop mijn ouders op de kinderen van mijn broer en schoonzus passen. De twee oudste gaan al naar school, de oudste zelfs al bijna naar de middelbare. Maar de jongste is mijn enige nichtje en nog maar net 3 1/2. Het is echt een ontzettend lief kind en helaas voor oma, is het een opa’s kindje. Alleen niet die dag, want ze vond het wel fijn dat oma Theo er was. Ja van dat oma Theo kom ik niet af, want zo word ik al elf jaar genoemd. Het is blijkbaar een genetische afwijking dat ze geen verschil kennen tussen een oom en een oma. En nee geen flauwe opmerkingen, want de andere oom word ook oma genoemd.

Ik moest nog wat boodschappen doen daar en nam mijn moeder en mijn nichtje mee.

“Blijf je niet bij opa?” – vroeg mijn vader aan haar toen ze haar jas net aan had.

“Nee, ik vind jou even niet meer leuk” – was haar antwoord.

Je snapt wel dat mijn vaders hart heel even gebroken was en ik ontzettend trots op haar gevatheid.

Overpeinzinkje

Ik begeef me nu zo’n 2 maanden in het land der bloggers en ik moet eerlijk zeggen ik vind het geweldig. Op sommige blogjes kijk ik en kom ik niet meer terug, andere lees ik en reageer ik soms. En er zijn bloggers waarop ik niet kan wachten tot ze een blogje posten. Maar ik moet ook heel eerlijk bekennen dat ik me soms een vreemde eend in de bijt voel. Het bloggen is over het algemeen meer een vrouwen ding dan een mannen ding. En daar ben ik me vaak erg bewust van met het geven van reacties, gewoon bang dat ik dan te bot overkom.

Ik vroeg me zo af wat het nou is waarom ik zo selectief ben in het bezoeken van een blog. Soms is het de schrijfstijl die ik niet kan waarderen en soms is het hem juist dat ik meer wil lezen. Soms is het de inhoud die me er van weerhoud en soms ook juist weer niet. Over het algemeen stoor ik me niet echt aan de lay-out, tenzij ik het niet kan lezen, omdat het lettertype te klein is of omdat de kleur van de achtergrond een te klein contrast vormt met de kleur van de tekst. Verder heb ik ook geleerd dat je het kort moet houden.

Dit alles kwam zo bij mij naar voren toen ik met een goede vriend over het bloggen sprak. Hij vroeg me of ik blogde om reacties te krijgen. En ik vond dat een lastige vraag. Want ja het is fijn als je schrijfsels niet onopgemerkt blijven. Hij verzekerde mij ervan, uit eigen ervaring, dat je vooral moet bloggen omdat je wat kwijt wilt, je je mening wilt delen of om je hart te luchten. Want als je het puur doet om reacties, dan kun je jezelf er een beetje in verliezen. Al moest ik dat laatste van hem eigenlijk zelf ervaren.

Genoeg om over na te denken op een regenachtige avond in februari. De vraag aan mezelf is vooral. Waar ga ik heen met mijn blog? Meer openhartig zijn? Of juist niet? Misschien wel een blog identiteitscrisis die jullie allemaal wel eens gehad hebben, of de winter duurt gewoon te lang.

Een voorbode?

Het lijkt wel of de Lente zich aan begint te kondigen. Sommige mede-bloggers hebben de voorjaarsschoonmaak al in hun hoofd en ook mijn buren zijn druk bezig met de grote schoonmaak. Deze morgen, de eerste zaterdag van de maand, kwam een vereniging het oud papier ophalen en dat was nodig.

Al vanaf september was ik, met uitzondering van 1 keer verslapen, nooit thuis op de papierophaaldag. En dat was te merken aan mijn schuur, het oudpapier had zich inmiddels al behoorlijk opgestapeld. Nu ben ik een voorstander van structurele oplossingen, dus naast het oud papier op straat zetten heb ik toch ook maar de nee-nee stikker op mijn brievenbus geplakt. De meeste folders gaan namelijk gesealed en al naar mijn schuur,  ik lees ze gewoon niet. Ik heb er geen tijd voor en ik heb mijn vaste winkels waar ik mijn boodschappen doe, dus waarom zou ik folders van andere winkels lezen.

Die opgeruimde schuur gaf mij een opgeruimd gevoel en ik vond dat ik mezelf een cadeau mocht geven. Deze middag reed ik naar Urk, alwaar ik nu eindelijk een digitale spiegel reflex heb gekocht. Mijn collega’s werden al een tijdje gek van mij, want er waren momenten dat ik over niets anders kon praten. Dus speciaal voor hen: “Nee het is niet de D90 geworden, maar de D60”. Als vervent emotieverzamelaar (lees veel boeken, CD’s en DVD’s) kan ik nu op pad met mijn nieuwe emotievanger.

Een nieuwe regel die mij raakt

Deze week in de regel die mij raakt (in aanloop naar Valentino)

Titel: She’s always a woman to me (1978)”
Band: “Billy Joel”
Regel: “She can kill with a smile, She can wound with her eyes”

Ik vind dit nummer gewoon mooi, omdat alles klopt. De melodie en de tekst zijn in balans en verder geen poespas gewoon simpel de man en zijn piano. De vrouw die Billie beschrijft doet me aan iemand denken. En het maakt ook niet uit wat ze doet, She’s always a woman to me!, of ze me nu verbeten aankijkt of mijn onhandige nuances weg lacht.

Pessimist

Ik zat tijdens mijn studententijd met studievriend H. op de trappen naast de V&D in Enschede. H. is een imposante verschijning, ruim over de 1.90, rossig haar met slag erin en vrij stevig. In die tijd had hij het hele dorp waarin hij woonde in rep en roer gezet, hij had namelijk een relatie met een meisje die 6 jaar jonger was dan hij. Wat is nu zes jaar zou je kunnen denken, op zich niet veel maar hij was 21 en de bewoners uit de plaats waar zijn ouders woonden keurden het allemaal af. Hij zat daar behoorlijk mee, want niet alleen zijn plaatsgenoten, maar ook de ouders van dat meisje keurden deze liefde af.

Maar goed, we zaten daar zo op een middag in het voorjaar op de trap, met boven ons donkere wolken. En ik vroeg aan H. hoe het met zijn relatie ging.
– “Het gaat zo regenen” – zei hij.
– “Pessimist” – antwoordde ik.

Het gesprek ging verder over andere zaken die ons bezig hielden. De boeken die we lazen, de verhalen die ik schreef en de muziek waar we graag naar luisterden. Ik geloof dat we toen allebei helemaal into Oasis waren, maar dat terzijde. Ik zelf had in die tijd een oogje op een mooie dame uit de omgeving waar mijn ouders woonden, maar die relatie kwam maar niet echt van de grond.

– “Hoe gaat het met Manuela?” – vroeg hij.
– “Het gaat zo regenen” – zei ik
– “Pessimist” – was zijn antwoord.

Mijn eerste bezoek aan een gesloten afdeling

Tijdens het lezen van “echte mannen eten geen kaas” kwamen er toch herinneringen naar boven borrelen aan een vorig project, vooral toen ik de passage las waarin Maria op de crisis opvang zat. Ik moest denken aan mijn eerste bezoek aan een jeugdinrichting die alleen gesloten afdelingen had. Dat is in de gewone volksmond een jeugdgevangenis. Ik ging er samen met een collega heen die er al eens eerder was geweest.

Toen ik voor de eerste keer bij die jeugdgevangenis kwam viel het mij direct op dat het er grauw, grijs en saai was. En die beveiliging was echt veel strenger dan de beveiliging die ik mee maakte op de vliegvelden voor een ander project. Ik weet nog goed dat we bij een hek kwamen. We drukte op een knop en er ging een hek open. We stonden zeg maar in een corridor, want het andere hek dat naar de binnenplaats leidde bleef gesloten. Nadat het eerste hek gesloten was ging de tweede pas open en we liepen naar het hoofdgebouw.

Daar gebeurde hetzelfde, eerst door de buitendeur een corridor in en als die dicht was dan ging de andere pas open. We moesten ons identificeren en moesten tijdelijk onze paspoort afgeven. Ik geloof zelfs dat we van te voren ons bezoek moesten aankondigen, zodat ze onze doopceel konden lichten. Om een lang verhaal korter te maken, we moesten bijna alles afgeven. Waaronder onze jassen en onze mobiele telefoon. Nadat we door een metaaldetector waren gegaan en onze tassen door een röntgenscanner, mochten we door naar onze afspraak met de ICT-manager.

Het gesprek met de beste man verliep naar wens en zo vlak voor het einde vroeg ik hem waarom we onze mobiele telefoon moesten inleveren.
– “Als er jongeren proberen uit te breken, dan willen wij kost wat kost voorkomen dat ze contact zoeken met de buitenwereld” – je snapt dat ik al iets schrok.
– “We willen dan niet dat ze mobieltjes gaan gebruiken van eventuele bezoekers die ze gijzelen”.

Tot op dat moment had ik me niet eens echt gerealiseerd dat we in een gevangenis waren. Ik zal je heel eerlijk bekennen dat ik me vanaf het moment dat de man me dit vertelde, totdat ik weer in de auto zat, me niet echt op mijn gemak voelde. Terwijl de meters hoge hekken die om de gevangenis stonden, me eigenlijk niets deden toen we aankwamen rijden.