
Nu we toch zo met het thema loslaten bezig zijn, is het ook het moment om mijn vader zijn laatste gevecht te beschrijven. Het kan zijn dat het een lange post wordt, maar dan ziet U dat maar als een vervanging voor de komende dagen – ik heb namelijk niet veel online tijd. Dus bij deze alvast een fijn weekend.
Vrijdag nacht 16 april 2021. Ik lig nog maar amper in bed als ik rond 01:00 uur mijn vaste telefoon hoor afgaan. Ik moest even goed luisteren, want die gaat al heel langer amper meer over. Ik strompel de trap af naar de woonkamer en ben net op tijd om op te nemen.
“Theo, je moet Nu komen”, zegt mijn moeder hoorbaar in paniek. “Je vader is net opgehaald met de Ambulance en de doktoren denken dat hij niet lang meer te leven heeft.”. Goed die moest nog even bezinken. “Maar Ma, ik mag nu toch helemaal niet rijden?”, we zaten nog volop in de lockdown. Ik ben nog even terug naar bed gegaan, want mijn idee was om even 15 minuten mijn ogen dicht te doen, dan was ik hopelijk uitgerust genoeg om de twee uur durende reis naar mijn moeder aan te vangen.
Niet veel later, ik had de telefoon mee naar boven genomen toen ik weer kort mijn bed indook, ging de telefoon weer. “Je hoeft je niet te haasten, want de doktoren zeggen dat hij toch niet direct op sterven ligt.”, zegt mijn moeder dit keer. Ik had haar nog gevraagd of andere familieleden naar haar zouden komen, maar geen van allen had opgenomen. Inmiddels had de korte slaap me weer bij mijn bewustzijn gebracht en ik realiseerde me dat de arme vrouw helemaal alleen was en in paniek. “Mam, ik ga op het gemak mijn tas pakken en kom naar je toe, je moet nu niet alleen zijn.”
Nu moet u weten dat mijn vader voor zijn opname weer een lichte longontsteking had gekregen, maar die was in no-time omgeslagen in een hele heftige. En hij had het zo benauwd dat mijn moeder de ambulance had gebeld. Mijn moeder vertelde me ook nog, dat ze het ambulance persoon hem hoorden vragen of ze alles moesten proberen om hem in leven te houden. En daar had hij Ja op geknikt.
Vanwege een lege accu, mijn auto stond vanwege Corona al maanden stil, kwam ik later dan gepland rond 9 uur bij mijn moeder aan. Nadat ik haar eerst een stevige knuffel had gegeven, praatte ze me kort bij. Hij lag op de Intensive Care en zie hielden hem kunstmatig in Coma, want daarmee was de kans groter dat hij zou herstellen. U begrijpt vast wel hoe opgelucht ik was, ik ging naar mijn moeder met het idee dat mijn vader op sterven lag en toen ik eenmaal daar was kreeg ik te horen dat hij toch nog langer zou leven.
Op zaterdag de 17de en zondag 18 april leek het veel beter met hem te gaan en de doktoren dachten dat ze de medicatie die hem in coma hielden langzaam konden afbouwen. Met de gedachte dat hij deze longontsteking ook weer zou overleven besloot ik op zondagavond om even naar mijn eigen huis te gaan, zodat ik nog wat zaken kon regelen.
Op maandag was hij aan het ontwaken uit zijn Coma en mijn moeder belde me op vanuit het Ziekenhuis, zodat ik wat tegen hem kon zeggen. Ik zei hem dat ik Zielsveel van hem hield en daar reageerde hij op met een kleine traan. De hoop op herstel was groot toen ik op dinsdagavond weer bij mijn moeder arriveerde.
Er was nu alleen wat veranderd, had de arts mijn moeder op dinsdagmiddag verteld toen ze op het bezoekuur was. Want nog voor hij uit zijn kunstmatige coma ontwaakt was, waren er complicaties waardoor ze hem weer in Coma hadden moeten brengen. Zoals gedurende heel zijn leven was mijn vader hard aan het strijden voor zijn leven. En we konden niets anders doen dan hopen dat zijn strijdlust voldoende was.
Op donderdagavond was het mijn beurt om hem te mogen bezoeken. Vanwege de Corona mocht er maar maximaal één persoon per bezoekuur bij hem bezoek komen. En aangezien mijn broer en ik vonden dat mijn moeder elke dag langs moest kunnen gaan, was het soms even puzzelen wie van ons twee het andere dagdeel zou pakken.
Ik heb het hele bezoekuur naast hem gezeten en terwijl ik zijn arm vasthield praatte ik met hem en gaf ik hem Reiki, alleen dat wilde niet echt lekker stromen. Zijn organen functioneerden ook al niet optimaal meer en terwijl ik, als ik iemand Reiki geef, normaal darmen hoor borrelen hoorde ik helemaal niets. Dat was voor mij al een eerste teken. En toen ik het ziekenhuis verliet en mijn auto bekeek dacht ik “Die moet door de wasstraat, want zo kun je niet in een rouwstoet rijden.”
Dergelijke gedachten zijn geen gedacht van jezelf, ze komen in je op omdat ze een boodschap bevatten. En ik wist diep van binnen eigenlijk al dat wat die ingeving me wilde zeggen: mijn vader kon zijn laatste strijd niet meer winnen. Ik besloot bij aankomst bij mijn moeder om eerlijk te zijn, zacht maar eerlijk. “Mam ik heb het gevoel dat pa het niet gaat halen.”, zei ik tegen haar. “Ik ben blij dat je dit zegt, want ik heb dat gevoel ook.”
Zijn fysieke gesteldheid begon snel af te nemen, zijn organen begonnen het te begeven en de IC arts vroeg ons om langs te komen. Op zondag 25 april, mijn vader lag toen inmiddels al 9 dagen op de IC te vechten voor zijn leven, mochten we bij IC Arts komen. Zowel mijn moeder als mijn broer en ik mochten langs komen, iets wat eigenlijk omwille van Corona niet mocht. Het maximum aantal mensen was twee, maar Ik vermoed dat we alle drie mochten komen, omdat wij dankbaar waren richting het IC personeel. Iets wat naar ik later begreep niet altijd het geval was.
De doktor was heel voorzichtig een inleiding aan het geven, en vertelde hoe de scans van mijn vaders longen er een jaar geleden uitzagen. Een groot deel van zijn longen was toen al door eerdere longontstekingen volledig weg en eigenlijk was het een “wonder” dat hij tot aan zijn opname nog zoveel kon doen. Tussen de regels door begrepen we dat mijn vader al een paar jaar op geleende tijd had geleefd en voor die extra tijd ben ik het leven nog altijd dankbaar. We hebben nog zoveel mooie herinneren mogen beleven.
Ik merkte dat de arts naar woorden zocht om ons een boodschap te geven en hij worstelde daar zichtbaar mee. Ik weet niet meer wie van ons drieën het als eerste tegen hem zei, maar omdat we zo met de arts te doen hadden, zeiden we: “Dokter, we weten al dat hij dit niet gaat overleven.” Hij was zichtbaar dankbaar, maar ook verdrietig omdat hij deze patiënt niet kon “redden”.
Op maandagavond 26 april, mocht ik weer bij mijn vader op bezoek. De dagen ervoor hadden ze hem op zijn buik gelegd, in de hoop dat dat hem er boven op zou helpen. En nu hij weer op zijn rug lag met een opgezwollen gezicht en de striemen van een kussen op zijn gezicht, deed ik iets waarvan ik niet kan plaatsen waar het vandaan kwam. Ik zocht contact met zijn Ziel en begon een gesprek met mijn vader op zielsniveau.
“Pa. de doktoren kun niets meer voor je doen. Ik houd enorm veel van je, maar de enige die nu nog iets voor je kan doen dat ben jij Zelf. Deze longontsteking hoort niet bij je lichaam, dus als je nog kracht in je hebt en je kunt het verwerpen, verwerp de longontsteking.” zei ik op een zachte toon tegen hem.
“Als je de kracht niet meer hebt om het te verwerpen of als je het niet kunt verwerpen. Dan hebben wij er vrede mee dat je gaat. Je hebt genoeg geleden.” Gedurende dit gesprek had ik zijn hand vastgehouden en hoewel ik geen fysieke bevestiging kreeg dat hij me gehoord had, voelde ik dat zijn Ziel mij gehoord had.
De volgende morgen op dinsdag 27 april – Koningsdag nota bene – riep mijn moeder me om 07:15 uur. “Theo, het ziekenhuis heeft gebeld. Je vader is overleden en ze houden hem nog kunstmatig in leven totdat wij bij hem zijn.” Er was geen acute haast was mijn moeder verteld, maar samen met mijn broer waren we rond 08:10 in het Ziekenhuis. Wederom werd er voor ons een uitzondering gemaakt, waar we overigens nooit om gevraagd hebben. Maar wij alle drie mochten afscheid van onze man of vader komen nemen.
Één voor een mochten we de kamer binnen en het leek mij het meest logische dat mijn moeder eerst zou gaan, dan mijn oudere broer en ik – de benjamin – als laatste. Het was heel fijn dat ik mijn vader eindelijk weer eens mocht knuffelen, want of dat ook onder het Corona protocol viel of dat het normaal protocol is weet ik niet, maar voor die tijd mochten onze gezichten niet bij zijn gezicht komen. Voor de laatste maal, knuffelde ik de man die niet alleen mijn vader was, maar ook een van mijn beste vrienden, mijn leraar, mijn steun en toeverlaat en later mijn leerling.
Nadat ik afscheid genomen had, moesten we even wachten terwijl alles door het verpleegkundig personeel werd voorbereid om de beademing te stoppen. Er was ons verteld dat wij niet zouden willen zien hoe alle slangen e.d. uit zijn lichaam gehaald werden. Dat duurde denk ik een minuut of 10. En toen werden we naar binnen geroepen.
Het eerste wat me opviel toen ik de kamer in liep, was dat hij er weer normaal uitzag. Door de slangen en pleisters kon je eerder zijn gezicht nooit helemaal zien en nu lag daar mijn vader zoals ik hem kende. We hielden hem vast en gaven hem al onze liefde en het duurde niet heel lang voordat er een laatste zucht uit hem kwam. Het was geen zucht uit irritatie maar echt een heel lieve zachte zucht.
Er kwamen zoveel verschillende emoties binnen na die laatste zucht. De eerste was dankbaarheid, dankbaar dat we er alle drie voor hem mochten zijn op zijn laatste moment op aarde. Ik was ook dankbaar dat ik een belofte mocht inlossen die ik een aantal jaar ervoor aan hem had gedaan. Ooit vroeg ik hem of hij het fijn zou vinden als ik zijn hand vasthield als hij op sterven zou liggen en of hij het fijn zou vinden als ik hem dan ook Reiki zou geven. Dat wilde hij zeker en beide kon ik op dat moment doen.
Daarnaast was er uiteraard het gevoel van pijn, want het was duidelijk dat ik hem nooit meer fysiek zou zien. Maar er was ook een gevoel van vrede en opluchting, want aan zijn lijden was nu eindelijk een einde gekomen. Ik ben het personeel van de IC nog steeds ontzettend dankbaar. Dankbaar dat ze hem op zijn eigen tempo zijn laatste gevecht hebben laten voeren. En hoe ze hem daartoe alle kans hebben gegeven.
Alle verpleegkundige en artsen op die IC zijn echt ontzettend lieve mensen. Zo kwam mijn moeder een keer de kamer binnen tijdens een bezoek uur, toen de verpleegster nog bezig was mijn vader te verzorgen. Ze zag hoe liefdevol deze dame het gezicht van mijn vader in smeerde met Nivea crème en hoe ze hem daarna liefdevol over zijn wang aaide. Het was een oprechte daad van compassie.
Na de uitvaart hebben mijn moeder en ik nog een doos met bonbons en een kaart met dankwoorden naar de IC gebracht. Hoe wel we niet de IC op mochten werd ons bij de balie verzekerd dat de bonbons en de kaart op de IC zou worden afgeleverd.
Toen ik later collega’s, vrienden en familie vertelde over het gesprek dat ik op maandag 26 april met mijn Vader had, begrepen de meeste niet hoe ik dat kon doen. Want je wilt de mensen van wie je houdt immers zolang mogelijk bij je houden. Waarop mijn antwoord altijd was en nog is: Echt van iemand houden betekent ook die je die persoon los moet kunnen laten.
Mooi beschreven en zeker over het woord loslaten.
☯️
Aum Shanti
Niks is toeval, dat we beiden over dit onderwerp schrijven. Ik herken zo het gesprek op zielsniveau. Ook ik heb dat gevoerd met dan wel een hond. Het was zo mooi, op het moment dat we het besluit hadden gemaakt, lag m’n hond er apathisch bij. Ik liep huilend naar m’n man en we sloten elkaar in de armen. Mijn hond heeft iets aangevoeld want ze was wakker, alert en keek naar ons. Zo had ik haar niet echt meegemaakt de laatste dagen. Wat in mijn hoofd opkwam was dat ze wist dat ik haar boodschap had begrepen.
Rouwen is verdriet hebben om het gemis, herinneringen van de mooie tijd herinneren en delen, en loslaten. En zo ook met je vader. Prachtig beeldend geschreven. Mooi hoe je de belofte hebt kunnen waarmaken en dat heeft hij gezien! De doden zijn nog 3-5 dagen om ons heen voor ze echt opstijgen. Ik droom veelvuldig over m’n ouders, het thema is altijd ‘samen, gezelligheid en dankbaarheid’. Het gaat ze vast goed met die positiviteit.
Heel mooi geschreven. Ik ben het met je eens dat je de mensen soms los moet laten, ook al doet het pijn.
Wat mooi! En inderdaad: loslaten in liefde. En wat fijn om te horen hoe prettig het ziekenhuispersoneel met jullie en je vader omging Theo.
Dank! De week na zijn overlijden was ook een mooie en liefdevolle ervaring. Die wil ik rond 27 april nog eens beschrijven.
Mijn vader heeft nog even moeite gehad om de aarde te “verlaten”, maar ook dat heeft weer mooie herinneringen gebracht. En mooi beschreven Anouk: “Rouwen is verdriet hebben om het gemis”
Eens hoor Suske, maar hem te zien lijden deed me meer pijn om heel eerlijk te zijn.
Dank je Nicole. Nu ik het teruglees moet ik denken aan wat de Inca’s Ayni noemen, de wet van wederkerigheid. Wij gaven het ziekenhuispersoneel onze liefde en dankbaarheid en daardoor gaven ze dat weer aan ons terug.
Wat een indrukwekkend verhaal..
Het is verschrikkelijk om iemand te zien lijden… ik snap dat volkomen!! Dat had ik ook met mijn broertje.. Kreeg zelfs commentaar dat ik met een lach op me gezicht vertelde dat hij was overleden maar hij was verlost van zijn lijden!! Het loslaten was daardoor makkelijker.. en wat in je hart zit vergeet je nooit!!
Zo herkenbaar. Er was uiteraard verdriet de eerste tijd, maar ook een gevoel van acceptatie. Daarna komen de momenten dat het gemis enorm pijn gaat doen, maar dat is onderdeel van het rouwproces. Tot op de dag van vandaag kan ik niet meer naar zijn lievelingslied luisteren: Unchained Melody van The Righteous Brothers.